Scrigroup - Documente si articole

     

HomeDocumenteUploadResurseAlte limbi doc
BulgaraCeha slovacaCroataEnglezaEstonaFinlandezaFranceza
GermanaItalianaLetonaLituanianaMaghiaraOlandezaPoloneza
SarbaSlovenaSpaniolaSuedezaTurcaUcraineana

ComputersFinancierenGeneeskundeMuziekReceptenSociologieSportVerkoop

BTW = belasting op toegevoegde waarde

financieren



+ Font mai mare | - Font mai mic



DOCUMENTE SIMILARE

BTW

Inleiding

BTW = belasting op toegevoegde waarde (boete als men niet op tijd betaalt). Het is een verbruikersbelasting (te bewijzen d.m.v. een tabel, bedrijfskolom, zie cursus) die gedragen wordt door de consument. De handelaar is de belastingbetaler. De praktische uitwerking ervan komt overeen met de theoretische benadering. De betaling van de BTW verloopt in verschillende stappen (gefractioneerd): elke handelaar in de bedrijfskolom (opeenvolging van bedrijven om een product naar de consument te brengen) betaalt BTW en kan BTW terugvorderen, het totale bedrag aan BTW wordt door de consument gedragen (kan het niet terugvragen). De staat vraagt aan de handelaars voorschotten en eindafrekeningen (maandelijkse of per kwartaal).



BTW ingevoerd in België op 1-1-1971. Dit naar aanleiding van een EG-richtlijn: alle EG-lidstaten moeten hun stelsel van omzetbelasting vervangen door een eenmalige verbruiksbelasting (neutraal, doorzichtig en niet-cumulatief). Met als doel een de eenmaking van de Europese markt met afschaffing binnengrenzen. Harmonisatie van BTW-tarieven, MvH, vrijstellingen en herziening in- en uitvoerregeling.

De BTW-belastingplichtige

Definitie

Enkel een belastingplichtige is aan de BTW onderworpen.

Kenmerken belastingplichtige (art 4 van Wetboek BTW (WBTW)):

Een persoon zijn: natuurlijke persoon, rechtspersoon of groepering zonder rechtspersoon. Vb: feitelijke vereniging: juridisch niet gekend (elk element bestaat op zichzelf), maar voor de BTW 1 geheel (identiteit).

Economische activiteit: de kost verdienen door iets te doen, bijverdienste of hoofdverdienste. Als fabrikant, handelaar, dienstverrichter, winning van delfstoffen, landbouwer of vrije en daarmee gelijkgestelde beroepen.

Op geregelde wijze: regelmatig de activiteit uitoefenen (theoretisch: min. 1 keer per jaar). De praktijk is anders: vb: een student die iets repareert is geen BTW-plichtige maar de organisator van een jaarlijks evenement wel. Dit moet niet in België zijn.

Op zelfstandige basis: er mag geen ondergeschikt verband zijn (in de betekenis van het arbeidsrecht).

Bijberoep of hoofdberoep, met winst of niet. Het maakt niet uit.

Als men de wil uit om handel te drijven, dan is men vanaf dat moment belastingplichtige al heeft men nog geen belastbare handeling gedaan. Men is pas belastingplichtige af, als men zijn werkzaamheden definitief stop zet.

Gevolgen van de belastingplichtige

BTW betalen op alle geleverde goederen, diensten vermeld in de BTW-wetgeving die in België gebeuren of verworven worden. Hierbij horen ook de kosten die doorgerekend worden aan de klant.
Alle niet-belastbare handelingen die buiten de werkzaamheden vallen onder de BTW.

Het recht om BTW af te trekken: voorbelasting van goederen en diensten die gebruikt (zullen) worden voor het verrichten van handelingen waarvoor aanspraak op aftrek is.

Administratieve verplichtingen: periodieke aangifte, uitreiken facturen, jaarlijkse opgeven voor de aan belastingplichtigen geleverde goederen en diensten, kwartaallistening, intrastat (grafiek, maandelijks), intercommunautair handelingen (per kwartaal), enz.

Soorten belastingplichtigen

A.     Gewone belastingplichtigen

Indiener: vb: bakker, zelfstandig boudhouder, …

Niet-indiener: zij verliezen het recht op aftrek voorbelasting, maar kunnen ervoor opteren.

v     Kleine onderneming: max. omzet = 225000 BEF / jaar. Vb: een demonstratie: als zij er voor kiezen de BTW aan te geven kunnen zij BTW terug vragen, het is ook goedkoper voor de klant. Een kleine onderneming moet wel een klantenlistening invullen.

v     Landbouwer: mag BTW aanrekenen maar kan niet terugvragen. Dat kan hij wel als hij zich onderwerpt aan de BTW (aangifte aanvragen).

B.     De vrijgestelde belastingplichtige

Hebben geen recht op aftrek.

Art. 44 WBTW: activiteiten die niet onderworpen zijn aan BTW

Handelingen die vrijgesteld zijn ingevolge de hoedanigheid van de persoon die ze verricht (§ 1). Geneesheren, tandartsen (het maken van gebitten is wel onderworpen aan BTW), kinesitherapeuten, notarissen, advocaten en gerechtsdeurwaarders.

Handelingen die vrijgesteld zijn om redenen van sociale of culturele aard (§ 2). Ziekenhuizen, hospitalen, scholen, sportinrichtingen VZW (kantine uitbaten, sijzen en dranken zijn onderworpen aan BTW), cultuurorganisaties (artiesten treden alleen op, geen BTW; groepsoptreden wel BTW), bibliotheken, musea en deelnemers aan sportmanifestaties.

Diverse andere vrijgestelde handelingen (§ 3). Auteurs(rechten), verzekeringsactiviteiten, verzekeringsmakelaars (rekenen commissie aan), de meeste bankverrichtingen (BTW aanrekenen voor verhuur van brandkas, beheer obligaties, aandelen, … kortom aangeboden diensten), verkoop van zegels aan nominale waarde en kansspelen.

Handelingen die vrijgesteld zijn om reden dat ze zich situeren in de onroerende sector (§ 4). Alle handelingen in onroerend goed. Uitzondering: op een nieuw gebouw (tot 31/12 van het jaar dat volgt op het jaar waarin het KI voor het eerst is ingecoierd / ingevoerd) wel BTW.

C.     De occasionele belastingplichtige

= een niet-belastingplichtige die toevallig een economische activiteit uitoefent. De activiteit mag niet regelmatig gebeuren, eenmalig zijn.

Soorten

Uit vrijwillige basis:

v     Toevallige oprichter van een nieuw gebouw en de toevallige koper / verkoper van een nieuw gebouw. Met BTW is voordeliger dan met taksen als men tenminste BTW-plichtige is. Voor een particulier is een gebouw met taksen voordeliger.

v     Een persoon die op een nieuw gebouw een zakelijk recht vestigt en de persoon die een zakelijk recht overdraagt of wederoverdraagt dat in zijn voordeel op een nieuw gebouw gevestigd of overgedragen werd met voldoening van de BTW.

Van ambtswege uit (opgelegd door de staat): iedere persoon gevestigd in een lidstaat die op een incidentele wijze en nieuw vervoermiddel levert aan een koper in een andere lidstaat. Dit is een blokkage wetgeving om te voorkomen dat men vervoermiddelen koopt in een andere lidstaat waar de BTW-tarieven lager zijn.

D.    De optionele belastingplichtige

E.     Buitenlandse belastingplichtige

Er zijn 2 mogelijkheden:

Buitenlandse belastingplichtige heeft hier een vast inrichting. Dit kan zijn een gebouw, terrein, kantoor, enz. Zij zijn volwaardig belastingplichtige.

Geen vaste inrichting: zij moeten Belgische BTW aanrekenen. Zij zijn verplicht een aansprakelijk vertegenwoordiger aan te stellen in het land waar zij een goed of een dienst leveren. Deze is verantwoordelijk / aansprakelijk als de buitenlandse belastingplichtige niet aan zijn plichten voldoet t.o.v. de BTW.

Werking aansprakelijk vertegenwoordiging: de buitenlandse belastingplichtige stuurt factuur zonder BTW naar vertegenwoordiger (intracommunautaire levering), de vertegenwoordiger maakt een factuur op (meestal een kopie) + BTW voor de klant. De BTW van de intracommunautaire levering is te betalen en tegelijkertijd terug te vorderen, de BTW van de andere factuur is te betalen.

Voor de BTW gaat het hier om verschillende procedures: de procedure intracommunautaire verwerving en BTW op verkopen. Dit is omdat niet elke BTW-plichtige evenveel kan terug vorderen. Bij te laat betalen krijgt men als boete het bedrag van de BTW een 2de maal te betalen maar dat is deze keer niet terug te vorderen.

F.      Speciale gevallen

Wisselagente, kunstenaars, beheer van gebouwen, beurzen, kunstgalerijen, schippers, depots van wasserijen en handelaars in recuperatiestof (betalen enkel BTW op het verschil tussen aan- en verkoopprijs).

Belastbare handelingen

Algemeen

Grondvoorwaarden om BTW opeisbaar te maken:

De goederen of diensten moeten geleverd woorden door een belastingplichtige in zijn hoedanigheid van zijn economische activiteit.

De dienst of levering goed moet in België gebeuren.

Voortvloeien uit een contract onder bezwarende titel.

De handelingen die worden onderworpen: alle verkopen die gebeuren in België, intracommunautaire verwervingen en invoer van goederen van waar ook.

Levering van goederen

A.     Levering van goederen

= overdracht of overgang van de macht om als een eigenaar over het goed te beschikken waardoor de verkrijger in een toestand terechtkomt die van hem een juridische eigenaar maakt. Men is de economische eigenaar van het goed, de beschikker.

Vb: leasingcontract: het goed wordt overgedragen bij de eerste factuur maar de eigenaar niet, toch rekent men BTW aan omdat men over het goed beschikt en er verantwoordelijk voor is.

B.     Goederen als bedoelt in het WBTW

Lichamelijke goederen

Lichamelijk uit de aard van de goederen:

v     Alle verplaatsbare goederen

v     Goederen die onroerend zijn geworden door bestemming. Vb: wasmachine in een wasserette, beeld vastgemaakt in een nis.

Sommige lichamelijke onroerende goederen:

v     Een nieuw gebouw: een gebouw blijft nieuw tot 31/12 van het jaar dat volgt op het jaar waarin het KI voor het eerst is ingecoiert / ingevoerd. Dit kan zijn al een jaar na de ingebruikname van het gebouw of jaren later. In het jaar na het jaar waarin het KI voor de eerste maal wordt opgenomen (het jaar van basis voor roerende voorheffing). Na het verstrijken van deze termijn, kan men enkel het huis nog verkopen met taksen.

Goederen die als lichamelijke goederen beschouwd worden

Hiertoe behoren:

De levering van elektriciteit, gas, warmte en koude.

Onroerende zakelijke rechten: recht van opstal, recht van erfpacht en vruchtgebruik van een onroerend goed. Kunnen onderworpen worden aan BTW als het gaat om een nieuw gebouw. UITZONDERING: recht op erfpacht gevestigd of overdragen door een onderneming die gespecialiseerd is in onroerende financieringshuur, steeds belast.

Onlichamelijke goederen

Aandelen, obligaties en participaties zijn niet onderworpen aan BTW als zij uitgegeven werden door een vennootschap met betrekking tot rechten en schuldvorderingen.

OPGEPAST: draagt men deze rechten of schuldvorderingen over dat beschouwd men dit als een dienst, dus onderworpen aan BTW. Vb: verkoop van een monopolie, auteursrechten, vergunning, …

C.     Grondvoorwaarden voor het bestaan van een levering

Overdracht is belast als:

De volgende 3 voorwaarden vervult zijn

Het een overdracht is ten gevolge van een vordering door of namens de overheid.

Het bestaan van een overeenkomst

Er moet een contract bestaan wil de levering onderworpen zijn aan BTW. De overeenkomst is al dan niet geoorloofd.

Niet onderworpen aan BTW:

Zending van hoofd-huis naar bijhuis, van filiaal naar filiaal. Er ontbreekt een contractueel verband. Opgelet: gebeurt deze zending grensoverschrijdend dan is het een intracommunautaire levering.

Terugzenden van geweigerde goederen (in praktijk gebeurd dit wel)

Terugzending als gevolg van vernietiging van een verkoop of voorwaarden van uitdrukkelijke ontbindingsvoorwaarden of bij niet betaling.

Terugzenden van verpakkingmiddelen volgens voorziening van de oorspronkelijke verkoop.

Het gratis leveren van goederen ter uitvoering van waarborgverplichtingen van de belastingplichtige. Hiermee mag de aftrek van de BTW geheven op het geleverde goed waar de waarborgverplichting mee samenhangt niet in gevaar komen. Vb: vervangstukken.

Verkrijging door erfenis (wel successierechten).

Wel onderworpen aan BTW:

Gedwongen overdracht van goederen tussen verkoper (contract ontbinding in zijn voordeel) en de financieringsmaatschappij die in de rechten van de verkoper is gesubrogeerd. Subrogatie = in plaats stellen van. Vb: A koopt van B en C financiert, maar A kan niet meer betalen aan C, goed wordt eigendom van C.

De overdracht van goederen die plaatsheeft tussen verkopen of financieringsmaatschappij en de in rechten van de verkoper gesubrogeerde verzekeraar bij in gebreke stelling. Er moet wel een subrogatie zijn.

Contract onder bezwarende titel

= een overeenkomst die beide partijen verplicht iets te overhandigen of te doen, wederzijdse verbinding.

De aard van de tegenprestatie doen er niet toe.

Een overdracht om niets is niet onderworpen aan BTW, uitgezonderd de gelijkgestelde gevallen (art. 12).

Contract tot overdracht van een economisch eigendom

Er moet een economische eigendomsoverdracht zijn om een belastbare handeling (belastbare levering) te hebben. De term economische eigendom is er gekomen om een eenvormig karakter te bekomen tot de BTW voor de lidstaten van de EU (al verschillende de burgerlijke wetgevingen. Er moet geen juridische eigendomsoverdracht zijn maar die is er meestal wel.

Voorbeelden:

Verkoop onder ontbindende voorwaarden: kan ontbonden worden als er bepaalde gebeurtenissen zich voordoet die bij het afsluiten van het contract toekomstig of onzeker is (uitdrukkelijk of stilzwijgend, door beide partijen). Het is een volmaakte verkoop, dus belastbaar aan BTW.

Verkoop onder opgeschorte voorwaarden, verkoop op proef, consignatiezending en zending op zicht: de overeenkomst gaat pas door als er zich een gebeurtenis (toekomstig of onzeker) voordoet. Er wordt hier pas BTW aangerekend bij de levering van de goederen ten uitvoer wordt gebracht.

Zending van een goed van verkoper naar commissionair of inkoopcommissionair naar lastgever. In principe geen eigendomsoverdracht omdat het goed nog niet bij de koper is. Maar voor de BTW wel, dus belastbaar.

Verkoop op afbetaling, huurkoop: juridische eigendomsoverdracht op het einde van het contract. Maar er wordt wel BTW gevraagd bij de 1ste factuur, er is een economische eigendomsoverdracht. Bij de juridische overdracht geen BTW meer.
Verhuur van een goed met optie tot aankoop: hier wordt verhuur op een later tijdstip aankoop. Dus eerst is er de huur (dienst), belastbaar en daarna de aankoop (levering) eveneens belastbaar.

Ruil: elke overdracht moet afzonderlijk bekeken worden (2 overdrachten).

Inbreng in vennootschap: belastbaar, er onderscheid tussen inbreng die uitsluitend en inbreng die niet uitsluitend toekenning van aandelen inhoudt als vergoeding. Later wordt dit vrijgesteld met Art.11.

D.    Plaats van levering

Algemeen

Plaats van levering = de plaats waar het goed ter beschikking van de verkrijger of de overnemer wordt gesteld, de plaats waarde eigendom overdracht gebeurt.

Afwijkingen

Plaats van levering:

Plaats van vertrek van het vervoer binnen de EU:

v     Vervoer met bestemming de verkrijger (koper of leverancier): plaats waar verzending of vervoer aanvangt.

v     Installatie of montage door of voor rekening van leverancier: plaats waar de montage of installatie wordt verricht.

v     Levering van goederen aan boord van een schip, vliegtuig, trein of tijdens een vervoer en met aankomst in de EU: plaats van vertrek van het vervoer van de passagiers of goederen.

Plaats van vertrek van het voervoer buiten de gemeenschap:

v     Montage voor rekening van leverancier: plaats van montage.

v     Zonder montage voor rekening van leverancier: plaats waar vervoer aanvangt.

v     Zonder montage voor rekening van leverancier + leverancier is zelf bestemmeling: waar de goederen ontvangen worden in de EU.

Plaats van levering bij verkopen op afstand

Verkopen op afstand = vervoer / verzending door leverancier aan koper in andere lidstaat. Leverancier betaalt het vervoer.

Plaats van levering = niet de plaats van vertrek maar de plaats van bestemming (land van gebruiker).

De belastbaarheid: steeds het BTW tarief van het land van de gebruiker, de verkoper moet in dat land een aansprakelijk vertegenwoordiger aanstellen.

UITZONDERING: tot een bedrag 1,5 miljoen / jaar kan men de plaats van belastbaarheid verplaatsen als men levert aan particulieren.

Toepassingsvoorwaarden speciaal stelsel:

Aard van vervoer: franco-bestemming: leverancier betaalt het vervoer, koper in een andere lidstaat.

Hoedanigheid van de koper: nieuw persoon of particulier.

v     Belastingplichtige die geniet van het forfaitaire landbouwstelsel: geen intracommunautaire verwerving.

v     Belastingplichtige onderworpen  aan vrijstellingsregime: geen intracommunautaire verwerving.

v     Belastingplichtige die enkel goederen levert of diensten verricht vrijgesteld door art. 44: geen intracommunautaire verwerving.

v     Een niet-belastingplichtige publiekrechtelijke persoon: geen intracommunautaire verwerving.

v     Iedere andere niet-belastingplichtige persoon: particulier.

Aard van de goederen: lichamelijke roerende goederen maar mogen geen nieuwe vervoermiddelen of geen goederen die geïnstalleerd of gemonteerd moeten worden.

Omzetcijfer van de verkoper: omzet cijfer vorig jaar niet hoger dan 1,5 miljoen of geopteerd voor belastingsheffing in België vanaf 1ste verkoop. Is de verkoper een Belg dan tellen de eerste 3 voorwaarden en verschilt de laatste: nl: drempel is dan 100000 ECU of 35000 ECU (= 1,5 miljoen BEF).

Dit systeem telt ook alles men levert aan kleine ondernemingen. De omzet mag niet hoger zijn dan 4,5 miljoen. Vb: een hospitaal koopt een toestel aan en vraagt daarvoor een speciale BTW-aangifte aan. Er moet BTW betaald worden maar zijn kunnen niet terug vorderen.

Opmerking: verkopers op afstand kunnen altijd opteren voor een aansprakelijk vertegenwoordiger, spontane onderwerping aan BTW-systeem van het land van bestemming.

Accijnsproducten: vallen altijd onder de regeling van verkopen op afstand: minerale oliën, alcohol en alcoholhoudende dranken en tabaksfabrikanten.

De plaats van de levering van een goed in België

Voor de BTW gebeurt elke levering in België, op een bepaald tijdstip en bij één van de partijen die in België een economische activiteit heeft. Men moet kunnen bewijzen dat de levering gebeurd is in het buitenland of in een staat van de EU. Dit kan d.m.v. facturen, vervoersdocumenten, BTW-nummer, …. De BTW controleur kan wel zeer moeilijk doen, men moet er voor zorgen dat men zoveel mogelijk bewijsmateriaal heeft om de controleur te overtuigen.

E.     Tijdstip van de levering

Hoofdregel

Levering vindt plaats op het tijdstip dat het goed ter beschikking gesteld wordt van verkrijger of overnemer.

Terbeschikkingstelling = het moment waarop de verkrijger kan beschikken / economisch eigenaar is van het goed

Als de goederen niet vervoerd worden valt de plaats en het tijdstip van levering samen. De plaats waar de goederen zich bevinden op het ogenblik dat de goederen worden overgedragen aan de verkrijger en er over kan beschikken als eigenaar.

Afwijkingen op de hoofdregel

De goederen worden met het oog op de afgifte vervoerd of verzonden door de leverancier of voor zijn rekening.

Tijdstip van levering = tijdstip van aankomst van de verzending / vervoer naar afnemer / overnemer. De plaats van levering verschilt van het tijdstip van levering (plaats = vertrekpunt vervoer, tijdstip = aankomst vervoer).

OPGELET: goederen in consignatie: tijdstip van levering is moment van verklaring tot de koop van de goederen.

Gelijkstelling met een binnenlandse levering voor wat de bepaling van het tijdstip betreft

Verbruiklening: de afgifte en de teruggave worden bekeken als een belaste levering.
Verbruiklening = men krijgt een goed voor een bepaalde tijd ter beschikking gesteld door de juridische eigenaar, op het einde van het contract moet men een gelijkwaardige teruggave doen (dezelfde soort, hoeveelheid en kwaliteit). Het is een overeenkomst onder kosteloze titel. Diegene die het goed is tijdelijk de economisch eigenaar van het goed, er is dus een overdracht (lening).

Overdracht ingevolge van een vordering door /namens de overheid, belast met BTW, er hoeft geen contractuele band te zijn (vb: autocontrole).

Maakloonwerk

v     Van 1-1-1993 tot 31-12-1995 was maakloonwerk een levering van goederen indien de partijen in verschillende staten van de EU wonen.

v     Sinds 1-1-1996 is maakloonwerk een dienst, dus BTW bij aflevering van het goed.

v     Maakloonwerker heeft administratieve verplichtingen: vb: maakloonregister.

F.      Onttrekking gelijkgesteld met belastbare levering

Opsomming

Art. 12 WBTW

Onttrekking voor privé-doeleinden (§ 1 – 1°)

Overdrachten om niet (gratis) (§ 1 – 2°)

Ingebruikneming als bedrijfsmiddel (§ 1 – 3°)

Onttrekking (§ 1 – 4°)

Het onder zich hebben van een goed na beëindiging van een economische activiteit (§ 1 – 5°)

Verschil tussen ingebruikneming van een goed (bedrijfsdoeleinden) en onttrekking voor andere doeleinden dan economische activiteit:

Bij ingebruikneming: de BTW kan terug gevorderd worden van de staat, rekening houden met aftrekregeling.

Onttrekking voor andere doeleinden dan economische activiteit: BTW is niet terugvorderbaar.

Onttrekking voor privé-doeleinden, voor andere doeleinden dan die van een economische activiteit of voor overdrachten om niet

Gelijkgestelde levering onder bezwarende titel (Art. 12 § 1):

Het onttrekken van een roerend goed aan een onderneming voor privé-doeleinden van zichzelf of personeel, andere dan de doeleinden van de economische activiteit, wanneer voor dat goed /bestanddeel recht op volledige / gedeeltelijke aftrek van belasting is ontstaan.

Bovenstaande telt niet voor het verstrekken van handelsmonsters, of handelsgeschenken van gering waarde. Hiervoor is de waarde bepaald door het Ministerie van Financiën.

Onder ‘roerend goed van een onderneming’ verstaat de WBTW: alle vast en vlottende activa die zich in een onderneming bevinden (uitgezonderd gebouwen en terreinen). Er is wel 1 voorwaarde: ze moeten verkregen worden met BTW of zelf zijn voortgebracht (BTW gerecupereerd).

Vier hypothesen inzake de bestemming van de onttrokken goederen

Soorten bestemmingen:

Privé-doeleinden van belastingplichtige zelf. Factuur opmaken tegen huidige marktprijs of kostprijs of hogere prijs met BTW die dan niet aftrekbaar is.

Privé-doeleinden van personeel. Idem als voor belastingplichtige zelf. Vb: bediende neemt oude computer van het bedrijf over.

Andere bestemming dan die van zijn economische activiteit. Factuur aan zichzelf, aan huidige marktprijs of tenminste aan kostprijs / aankoopprijs, met niet aftrekbare BTW. Vb: computer ontrekken voor andere beroepsdoeleinden: leraar.

Overdracht om niet (schenking). Idem als andere bestemming. Vb: het schenken van kledij aan een goed doel.

Art. 12 heeft voorrang op de BTW-herziening.
Opmerking: bij onttrekking door een gemengde belastingplichtige naar de vrijgestelde sector blijft het goed onder de economische activiteit staan. Maar er moet dan wel een BTW herziening plaats vinden als deze nodig is.
Voor een onroerend goed is de termijn 15 jaar en voor een roerend goed 5 jaar. Het systeem bestaat er uit dat men BTW moet terugbetalen voor de periode die nog over is (de termijn is nog niet volledig verstreken). Na de termijn is het goed vrij van BTW.

Doel: de belastingplichtige die een goed onttrekt aan zijn onderneming voor andere doeleinden de zijn economische activiteit gelijkstellen met de gewone consument (BTW betalen).

Uitzonderingen – geen onttrekking niettegenstaande de verstrekking om niet

Gratis distributie van handelsmonsters: met de bedoeling zijn producten te promoten en betere omzetcijfers te behalen. Dit heeft geen invloed op de BTW, het zijn kosten voor het bedrijf zelf. Uitzondering: geestrijke drank.

Geschenken van geringe waarde: de relatiegeschenken, eindejaarsgeschenken. De waarde (aankoopprijs of nominale waarde) mag niet hoger zijn dan 500 BEF per persoon en per jaar. Dan mag men dit als bedrijfskost boeken.

Moeilijkheid: als men een voetbalploeg sponsort: vb: het kopen van truitjes, er is geen probleem als er reclame op vast hangt. Maar als er geen reclame op vast hangt is er wel een probleem.

Ingebruikneming als bedrijfsmiddel

Het ontrekken van goederen die gebruikt gaan worden in de onderneming zelf (ze worden vaste activa). Dit kan zijn een (zelf) vervaardigd goed of aangekocht goed. Er moet hiervoor een interne factuur worden opgesteld: aankoopfactuur tegen tenminste kostprijs / aankoopprijs met BTW en een verkoopfactuur tegen dezelfde prijs + BTW. De BTW is aftrekbaar (eigenlijk een nuloperatie). Men mag wel niet vergeten om dan afschrijvingen te doen.

Goederen met een nominale waarde < 10000 BEF zijn voor de BTW geen bedrijfsmiddelen.

Onttrekking van een goed in de zin van art. 12 § 1 – 4°

Het onder zich houden van een goed na beëindiging van de activiteit

Voor handelsgoederen is er geen probleem. Vb: computer blijven gebruiken na het beëindigen van de economische activiteit. Staat onder bezwarende titel als er een volledig / gedeeltelijk aftrek van de belasting is ontstaan.

Voor investeringen daar en tegen is er wel een probleem: nl: als deze niet meer vallen onder art.12 maar onder een ander art. van WBTW.

Vb 1: een personenwagen (maar ½ van de BTW teruggevraagd): als men voldoende bewijzen heeft kan men Art. 12 toepassen en de werkelijke waarde van de wagen onttrekken aan de onderneming en daarop BTW betalen. Berekeningsformule: bijzondere MvH = nominale aankoopprijs x ((tarief – beperking) / tarief). Maar meestal wordt de BTW herziening toegepast. Dit voorkomt problemen met de controleur.

Vb 2: een gebouw: is het een nieuw gebouw, onttrekking (art. 12). Als het geen nieuw gebouw is, BTW herziening.

Oorzaken van onttrekkingen – nieuwe gebouwen en zakelijke rechten

Bijzondere aangelegenheden

Onttrekking van goederen gebruikt bij een werk in onroerende staat

Gebruikt men de goederen om zijn eigen privé-woning te bouwen / onderhouden dan telt art. 12 op de ontrokken goederen en moet het gedane werk zelf niet aangerekend worden.
Voorwaarden:
Het moet een natuurlijke persoon zijn
De werken mogen niet behoren tot de normale beroepsactiviteiten van de belastingplichtige.
De werken mogen niet uitgevoerd worden ten behoeve van de onderneming.

In alle andere gevallen spreekt men van een dienst (Art. 19) en moet men de werkelijke waarde nemen en BTW aanrekenen.
Is de onderneming een vennootschap dan is het altijd een dienst en is de waarde gelijk aan de waarde als derden het zouden doen.

Omvormings- en verbeteringswerken aan een roerend investeringsgoed

Hier moet men zich afvragen of er een meerwaarde gerealiseerd is?

Zo ja: dan spreekt men van een dienst (art. 19) en moet men de werkelijke waarde nemen als prijs + BTW. Bij buitengebruikstelling moet men dan een BTW-herziening doen. Factuur opmaken.

Is er geen meerwaarde dan moet men enkel BTW berekenen op de nieuwe stukken en niet op het gedane werk. Geen factuur opmaken. Men spreekt hier van een onderhoudt.

Het maakt niet uit of deze werken gebeuren door de belastingplichtige zelf of door zijn personeel.

G.    Overbrenging en niet-overbrenging

Inleiding

Art. 12 BIS uit WBTW: gelijkgestelde levering aan intracommunautaire handelingen

Overbrenging gelijkgesteld met levering ten bezwarende titel = overbrenging(§ 1 en 2)

Overbrenging niet gelijkgesteld met levering ten bezwarende titel = niet overbrenging (vb: tentoonstelling) (§ 2, § 4-7)

Reële leveringen (verkopen op afstand) (§ 1-3)

Overbrenging gelijkgesteld met levering ten bezwarende titel (overbrenging)

Definitie

Overbrengen van lichamelijke goederen door een belastingplichtige van zijn bedrijf naar een ander lidstaat voor de behoefte van zijn onderneming.

Doel

Het volgen van de goederen stromen in een internationale onderneming met vestigingen in diverse landen in de EU. Elk land weet graag welke goederen zich op zijn territorium bevinden. Daarom zijn de goederenstromen van hoofdhuis naar bijhuis gelijkgesteld aan een intracommunautaire levering. Dit telt voor voorraden en activa (investeringsgoederen). In de kwartaallisting moet een gedetailleerde lijst komen men de inkomende en uitkomende goederen van intracommunautaire bewegingen.

Overbrenging niet-gelijkgesteld met levering ten bezwarende titel (voorlopige overbrengen)

Voorwaardelijke leveringen.

Doel van de verrichting:

Oplevering aan belastingplichtige van maakloonwerk dat verricht is in lidstaat van aankomst van verzending of vervoer van het goed. Enkel voor 1993, 1994 en 1995.

Verrichting van een dienst voor de belastingplichtige in verband met werkzaamheden betreffende goederen, die werden verricht in de lidstaat van aankomst van zending / vervoer. Vb: een machine die moet hersteld worden in een andere lidstaat.

Tijdelijk gebruik (max. 24 maanden) van goederen op grondgebied van lidstaat van aankomst van zending / vervoer. Dienstverrichting door belastingplichtige gevestigd in België. Vb: loodgieter voort werken uit in Nederland

Tijdelijk gebruik (max. 24 maanden) van goederen op grondgebied van lidstaat dat hetzelfde zal zou zijn als de goederen zouden komen uit een derde land ook met het oog op tijdelijk gebruik. Vb: goederen voor tentoonstellingen, monsters, …

Deze goederenbewegingen worden niet fiscaal gevolgd maar moeten wel ingeschreven worden in een speciaal register.

Reële leveringen

= contractuele leveringen

Hier wordt bedoeld: installatie, montage, verkoop op afstand, leveringen aan boord van een schip, vliegtuig, trein (intracommunautair vervoer), intracommunautaire leveringen, de leveringen ter uitvoer en gelijkgestelde handelingen.

Er is hier overdracht van economische eigendom.

H.    Niet-belastbare overdrachten

Als men een zaak of een deel van een bedrijf (een algemeenheid van goederen) wil overnemen betaalt men in principe BTW op de hele overname som. Hier steekt Art. 11 van WBTW een stokje voor.

Algemene draagwijde van art. 11

Art. 11 van WBTW

Overdracht van algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling is niet belastbaar met BTW

De overnemer wordt geacht de persoon van de overdrager voort te zetten van wie hij de rechten en de plichten ten aanzien van de BTW overneemt. De overdrager blijft wel verantwoordelijk voor de aangifte en de verschuldigde BTW van voor de overname, ook het recht om belastingen van die periode te recupereren blijft.

Overnemer moet belastingplichtige zijn die volledige of gedeeltelijke BTW kan recupereren.

Overnemer die de persoon van de overdrager voortzet moet normaal een economische activiteit uitoefenen die een zelfde hoedanigheid van belastingplichtige verschaft als de overdrager.

De overgedragen goederen komen in het patrimonium van de overnemer onder hetzelfde stelsel van BTW waaraan de overdrager onderworpen was.

Aan de eerste 4 voorwaarden is voldaan als er blijkt uit de overeenkomst dat de bedoeling van de overdrager is geweest het cliënteel over te dragen, zelfs als de overnemer een andere aan BTW onderworpen activiteit gaat uitoefenen.

Als er in het patrimonium ook gebouwen zitten en de verkoop zorgt er voor dat de zaak wordt voorgezet dan is er geen BTW-herziening nodig. Ook bij de verkoop van een deel van een winkel wordt er geen BTW gevraagd.

Als de overnemer geen BTW-plichtige is wordt er wel BTW gevraagd op de overnameprijs, verbruikersbelasting.

Speciale geval: de feitelijke vereniging

Voor de BTW is een feitelijke vereniging een volwaardige handelsvennootschap.

Een deelgenoot draagt het geheel of een deel van zijn aandeel in de feitelijke vereniging over aan een andere deelgenoot van dezelfde feitelijke vereniging. Gebeurt de overdracht tegen betaling van een geldsom dan is er geen BTW.

Als de overdracht vergoed wordt door een lichamelijk goed (bedoelt in art. 9) dat toebehoort aan de feitelijke vereniging, is er BTW verschuldigd op de gehele waarde van het geheel van die goederen. Het is een overdracht door de feitelijke vereniging en niet door een vennoot (geen algemeenheid van goederen).

Als alle aandelen van een feitelijke vereniging in handen komen van 1 persoon, is er geen BTW verschuldigd.Het zijn onlichamelijke goederen en de feitelijke vereniging blijft bestaan.

Als deelgenoten voor de vereffening van een feitelijke vereniging, inbreng doen in een nieuwe op te richten vennootschap van de geheelheid van de handelszaak, is er geen BTW van toepassing op de inbreng. Dit is ook zo het geval als er een aantal zaken uitgezonderd zijn: liquide middelen, schulden en vorderingen en gebouwen die in onverdeeldheid zijn bij de vennoten. Deze gebouwen worden dat verhuurd aan de nieuwe vennootschap.

Na sluiting feitelijke vereniging worden de vroegere deelgenoten eigenaar van de overgebleven goederen. De overeenkomst waarbij de vroegere deelgenoten ieder voor zich de werkzaamheden van de feitelijke vereniging voortzetten is een eigendomsaanwijzende overeenkomst (tussen BTW-belastingplichtigen). Dit is onderworpen aan BTW omdat hier geen sprake is van onverdeeldheid maar een overdracht van een geheel van goederen.

Nota: neemt iemand een goed over waarin verbeterings- of omvormingswerken zijn gebeurd over, dan is de overnemer verantwoordelijk voor de BTW-herziening en de aftrekbare BTW. De overdrager heeft door geen recht meer op.

Diensten

I.       Bepaling

Elke niet levering is een dienst.

ART.18 is een opsomming van voornaamste diensten. Deze lijst dient als voorbeeld, er kunnen er meer zijn.

J.      Voorwaarden tot belastbaarheid

Lokaliseren in België

Contract onder bezwarende titel

Diegene die de dienst verricht moet een belastingplichtige zijn en zo handelen (economische activiteit).

K.    Niet-limitieve lijst van diensten

Materiele of intellectueel werk

Ieder handeling die een werk tot voorwerp heeft is een dienst. De aard van het en van het contract doet er niet toe. Een aannemingscontract en prestatie voortvloeiend uit vennootschapscontract of vervoerscontract zijn een dienst.

Enkele voorbeelden: terbeschikkingstelling van standplaats op beurs, diensten van kappers, prestatie die financiële analisten ten vergoeding aan wisselagenten, intellectuele werkzaamheden zoals beheer…

Het ter beschikking stellen van personeel

Streng gereglementeerd om koppelbazen tegen te gaan.

Het te beschikking stellen van een personeelslid aan een andere persoon met het oog op de uitvoering van werk onder diens leiding. Het geld voor roerend of onroerend werk. Er moet een AO zijn.

Vb: uitzendkracht: het tewerkstellen van de uitzendkracht onder bediendecontract is vrij van BTW. Maar de dienst verstrekt door het interim-bureau (het uitlenen van personeel) is onderworpen aan BTW.

De lastgeving

Lastgeving = het uitvoeren van een rechtshandeling in naam van iemand anders. Er is sprake van vertegenwoordiging. Hierdoor is er geen lastgeving mogelijk voor materiële handelingen

Huur van nijverheid = het verrichten van een handeling (geen rechtshandeling) in naam van iemand anders.

Lastgevingen die vallen onder art. 18: lastgevingen die contractueel en bezoldigd zijn, de lasthebber ontvangt een bezoldiging. Belast met BTW.

Lastgevingen die niet vallen onder art. 18: kosteloze lastgeving, lastgeving ingevolge van wet (voogd, faillissement) en lastgeving ingevolge van rechtelijke beslissing.

Beheerder, zaakvoerders, commissarissen en vereffenaars van vennootschappen: geen BTW verschuldigd als het gaat om de uitoefening van hun mandaat. Vb: ter beschikking krijgen van een computer is belastbaar, heeft niets te maken met het mandaat. Maar als men een BTW-nummer wil dan kan men dit aanvragen.

Overdracht of het verlenen van rechten op het genot van lichamelijke goederen

Verhuur van lichamelijke roerende goederen: men heeft het genot van een goed gedurende een bepaalde tijd en tegen een bepaalde te betalen prijs. Vb: het verhuren van reclame borden aan een gebouw.

Overdracht van huur van lichamelijk roerende goed: overdracht van schuldvordering aan een ander. De oorspronkelijke huur blijft bestaan, alleen is één van de partijen veranderd. Vb: het exploiteren van een manage tegen een vergoeding.

Overdracht van of het verlenen van rechten op het genot van lichamelijke roerende goederen: het genot van een persoonlijk recht op een uit zijn aard roerend goed of op een onroerend goed door bestemming. Vb: een diskjockey leent zijn installatie uit (zelf draait hij niet, hij is een artiest).

Bruiklening: in principe niet onderworpen aan BTW (overeenkomst om niets). Maar als er een of ander verplichting  tegenover deze bruiklening staat dan is ze wel onderworpen aan BTW. Vb: het in bruiklening stellen van een tabkraan, tegenprestatie dat bier tabben van de brouwerij van wie men de tabkraan krijgt.

Roerende leasing of financieringshuur: onderworpen aan BTW als volgende voorwaarden voldaan zijn:

Voor bedrijfseconomische activiteit

Speciaal daarvoor gedaan zijn en specifieke aanwijzingen gegeven zijn

Huurtijd = vermoedelijke verbruikstijd

Huurprijs = waarde van alle afschrijvingen over de duur van het contract.

In het contract moet een eventuele koopmogelijkheid staan. De huurder kan op het einde van de overeenkomst het goed kopen tegen Zee bepaalde vastgestelde prijs.

Overdracht op het verlenen van rechten op een cliënteel, de verbintenis en economische activiteit niet uit te oefenen

Het verkopen van het cliënteel van een zaak (niet de gehele zaak) wordt belast met BTW. Ook een verbintenis om een economische activiteit niet uit te oefenen is belastbaar. Komen meestal voor bij handelszaken (de verkoop van handelszaken) maar ook bij vrije beroepen. Vb: het niet mogen vestigen omdat er al te veel soortgelijke zaken zijn of de wet heeft het geregeld dat er maar maximum zoveel handelszaken / vrije beroep uitoefenaars zijn in die streek.

Overdracht van het of het verlenen van rechten op een verkoop- of inkoopmonopolie of op het recht een economische activiteit uit te oefenen

Overdracht van en het verlenen van licenties inzake een actrooi, een fabrieks- of een handelsmerk, een auteursrecht, een industrierekening, een industriemodel of anders soortgelijke rechten

Terbeschikkingstellen van stalling voor rijtuigen

Is de garage inbegrepen in een appartementsblok en wordt de prijs begrepen in de huur, dan gaat het om de verhuur van onroerend goed en is er geen BTW. Ook als de garages apart zijn maar verbonden doormiddel van een muur, dan gaat het eveneens om verhuur van onroerend goed. Voorwaarde: er is geen enkel vorm van controle.

Is verhuur van garages als economische activiteit bedoeld dan is ze wel onderworpen aan BTW. Men oefent dan controle uit. vb: slagbomen plaatsen, betaalautomaten kortom kortstondige verhuur. Maar ook verhuur voor lange termijn: vb: garages waar men zijn auto kwijt kan als men deze niet gebruikt (garagecomplex).

OPMERKING: kleine ondernemers (tot 225000 BEF omzet) zijn geen belastingplichtigen.

Terbeschikkingstelling van bergruimte voor opslaan van goederen

Als men een magazijn in zijn geheel verhuurt aan 1 persoon dan is dit niet onderworpen aan BTW.

Daar en tegen verhuurt men zijn magazijn in stukjes aan verschillende huurders. Men heeft een administratie daarover, er zijn veiligheidsmaatregelen, enz. dan is het een dienst. Men organiseert de verhuur van magazijn. Vallen ook onder de BTW:

Ter beschikkingstellen van opslagkamers, magazijnen, silo’s, tanks, koelkamers (in stukjes of in zijn geheel)

Bewaren van kledingstukken in vestiaires

Opslaan van jachten en plezierboten in een loods.

OPMERKING: het tijdelijk opslaan van goederen die bestemd zijn voor vervoer, ze kunnen nog niet aan boord geladen worden. Dit is vrij van BTW. Vervoer van voor export / import.

Verschaffen van gemeubeld logies – kampeerterreinen

Verhuurt men accommodatie voor een korte tijd (een of enkele nachten of voor enkele uren) waarbij diensten zijn betrokken - vb: een hotel, motel, pensions, kampeerterrein, vakantiehuizen, bejaardentehuizen die niet zijn vrijgesteld - dan is dit een economische activiteit (betalende gasten) belast met BTW.

De verhuur van een appartement (al dan niet gemeubeld) is niet onderworpen aan BTW, als de huurder zelf instaat voor het onderhoudt van het appartement. Vb: studentenkot, gemeubelde huizen in vakantieoorden.

Hoe bouwt men een camping om tot een bungalowpark?

Geen bureau op het terrein hebben, geen slagbomen en de caravans aan de grond vast maken zodat ze niet meer verplaatst kunnen worden.

Verschaffen van spijzen en dranken om ter plaatse te worden verbruikt

Het leveren van spijzen en dranken is een dienst als deze direct worden verbruikt zoals dat het geval is in cafés, restaurants, snackbars, hotels, bedrijfskantines, enz, nl de accommodatie is er speciaal voor gebouwd.

Het terbeschikking stellen van een zaal:

Enkel het terbeschikking stellen van de zaal: geen BTW, verhuur onroerend goed, men mag ook geen BTW terugvragen.

Het terbeschikking stellen van de zaal (+ bijbehorende accommodatie )+ het serveren van dranken en spijzen: dit is onderworpen aan BTW, men heeft ook het recht om de BTW die slaat op kosten voor die zaal af te trekken.

Bankverrichtingen en financiële diensten

De meeste bankverrichtingen en financiële diensten zijn vrijgesteld van BTW.

Zijn wel onderworpen aan BTW, o.a.:

Bewaringsverrichtingen met uitzondering van geld

Vermogensbeheer

Levering en invoer van goud als beleggingsobject

Verhuren van safes

Advies geven als hier een prijs voor wordt gevraagd.

Radio- en televisiedistributie en telecommunicatie

Zijn onderworpen aan BTW, het is een dienst.

Toekenning van het recht van toegang tot verkeerswegen

Sinds 1984 een dienst. De toegang tot verkeerswegen, kunstwerken langs deze wegen en het gebruik ervan. Vb: de Lievkenshoektunnel.

L.     Financieringshuur van onroerende goederen voor nijverheids- of handelsdoeleinden – onroerende leasing

Hiermee wordt bedoeld de beroepsmatige gespecialiseerde onderneming die gebouwen bouwt of laat bouwen of het gebouwen verkrijgt met BTW (nieuw gebouw) om ze te verhuren (+ latere verkoop) aan andere BTW-plichtigen die ze gebruikt voor economische doeleinden. Dit is onroerende leasing.

Met gespecialiseerde onderneming wordt een onderneming bedoeld die deze gebouwen langdurig verhuurt, geen korte termijn verkoop.

Welke goederen?

Handelingen omtrent onroerende goederen.

Goederen opgericht of verkregen met toepassing van BTW

Verkrijging of oprichting overeenkomstig met gespecificeerde aanwijzingen van de huurder

Gebruikt voor beroepsactiviteiten

Voorwaarden leasingcontract:

Niet-eigendomsoverdragende huur of erfpachtcontract

Niet opzegbaar

Koopoptie bij zitten

Geïnvesteerd kapitaal weder samenstellen.

M.  Handelingen gelijkgesteld met belastbare diensten

Art 19 van WBTW

De uitvoering van een in artikel 18 bedoelde handeling die tegen een tegenprestatie wordt verricht ingevolge van een vordering door of namens de overheid, en meer algemeen, ingevolge de wet of een administratief reglement of anders geformuleerd de niet-contractuele diensten.

Het gebruiken van een tot het bedrijf behorende goed, voor privé-doeleinden van de belastingplichtige of van zijn personeel, of, meer algemeen, voor andere doeleinden dan deze van de economische activiteit van de belastingplichtige, wanneer voor dat goed recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van de belasting is ontstaan (belastingheffing op de voordelen van alle aard).

De uitvoering van een werk in ontroerende staat voor doeleinden van zijn economische activiteit, voor privé-doeleinden van zijn personeel, en meer algemeen, om niet of voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit

Vb bij 1ste punt: autokeuring, prestaties van mensen aangeduid door de rechtbank

Voordelen van alle aard (in natura): vb: woon-werkverkeer (W-W): de firma heeft de wagen aangekocht en terbeschikking gesteld van een personeelslid, in het bedrag van het W-W zit de BTW, die moet eruit gehaald worden voor de mate waarin deze aftrekbaar is. Bij een personenwagen is dit maar de helft. Het personeelslid brengt in zijn personenbelasting in als opbrengst: een bedrag bepaald door de PK van de wagen x het aantal km (min 5000 km).

Werken in onroerende staat = bouwen, verbouwen, afwerken, inrichten, herstellen, onderhouden, reinigen en afbreken (geheel of gedeeltelijk) van (on)roerende goederen die onroerend zijn door hun aard of bestemming.

Worden de werken in ontoerende staat uitgevoerd door een rechtspersoon dan zijn ze altijd onderworpen aan BTW en de MvH is dan de prijs als deze werken gebeuren door derden (werken i.v.m. economische activiteit) of het bedrag van de gedane kosten (werken niet i.v.m. economische activiteit).

Gebeuren de werken door een natuurlijke persoon:

Aan BTW onderworpen: werken i.v.m. economische activiteit aan de prijs die derden zouden vragen, werken niet i.v.m. economische activiteit voor werken die zelf zijn uitgevoerd met betrekking tot economische activiteit of uitgevoerd door personeel, tegen de prijs van de gedane uitgaven.

Niet aan BTW onderworpen: alle andere gevallen

N.    Commissionairs inzake diensten – reisbureaus

O.    Plaats van de dienst

Hoofdregel (subsidiaire regel): plaats waar de dienstverstrekker de zetel van zijn economische activiteit of inrichting heeft gevestigd.

Plaats waar het goed gelegen is

Voor een dienst met betrekking tot een uit zijn aard onroerende goed.
Vb: werk in onroerende staat, ter beschikking stellen van stallingen voor rijtuigen, opbergruimten, gemeubelde logies, enz.

Materieel werk, met inbegrip van expertise, dat betrekking heeft op een ander goed dan een uit zijn aard onroerend goed.
Vb: werken uitgevoerd aan een machine die niet verplaatst kan worden (plaats van dienst = plaats waar machine staat), de praktijk van een arts (het onderzoek gebeurt daar).

Plaats waar de dienst materieel wordt uitgevoerd

Diensten in verband met activiteiten ten aanzien van cultuur, sport, onderwijs, wetenschap en vermaak. Hieronder vallen volgende plaatsen: stadion, renbaan, concertzaal, handelsbeurs, enz. Enkel Belgische BTW als deze plaatsen in België liggen.

De diensten in verband met het verschaffen van spijs en drank om ter plaatse te worden verbruikt. Vb: restaurant, café, feestzaal, verbruikszaal, enz.

Activiteiten die met vervoer samenhangen. Voor personen- en goederenvervoer.
Hiertoe behoren:

v     Laden, lossen, nazien, onderzoeken en in ontvangst nemen van goederen, meten, enz.

v     Het slepen, loodsen en meren van zee- en binnenschapen.

v     Diensten voor aan- en afvaart en het verblijf van zee- en binnenschepen in de haven.

v     Diensten voor het landen, opstijgen en verblijf van luchtvaarttuigen in luchthavens

v     Diensten voor passagiers en bemanning verleend voor de rekening van rederijen en luchtvaartmaatschappijen.

Vele van deze activiteiten zijn meestal vrijgesteld omdat ze behoren tot de vrijgestelde handelingen i.v.m. export van goederen (vervoer, entrepot, doorvoer, tijdelijke opslag of invoer). De goederen bevinden zich in een fase die het vervoer vooraf gaat (vb: verpakken van goederen).

Plaats van gebruik van een vervoermiddel

Er is BTW verschuldigd in volgende gevallen:

Verhuurder of leasinggever is buiten EU gevestigd en het vervoermiddel wordt in België gebruikt.

Verhuurder of leasinggever is in België gevestigd en het vervoermiddel wordt op Belgisch grondgebeid of op grondgebied van de EU

In alle andere gevallen wordt er de belasting genomen van het land waar men het vervoermiddel gebruikt. Uitz: plaats van verhuurder / leasinggever is in een andere lidstaat van de EU, die staat heft de BTW.

Ondervervoermiddel wordt ook verstaan: containers voor goederenvervoer, aanhangwagens, kampeerwagens, vaartuigen en vliegtoestellen en soms een zeiljacht.

Plaats waar de ontvanger van de dienst is gevestigd

Hiermee wordt de plaats bedoelt waar de ontvanger zijn economische activiteit of vast inrichting heeft gevestigd of bij gebrek, zijn woonplaats of gebruikelijke verblijfplaats.

Vallen onder deze regeling:

De dienst wordt verstrekt aan een ontvanger die gevestigd is buiten de EU.

De dienst wordt verstrekt aan een ontvanger die binnen de EU gevestigd is maar in een ander land dan de dienstverrichter en die voor de doeleinden van economische activiteit handelt.

P.      Plaats van de dienst: overgangsregeling

Intracommunautair goederenvervoer en diensten die er mee samenhangen:

Normaal de plaats van vertrek.

Afwijking: het grondgebied van de lidstaat (EU) die aan de ontvanger van de dienst het BTW-indificatienummer heeft toegekend waaronder de dienst aan hem is verleend, als deze lidstaat en andere is dan diegene waar het vervoer vertrekt.

Intracommunautaire verwervingen

Q.    Definitie

Intracommunautaire verwerving = het verkrijgen van de economische eigendam over een lichamelijk roerend goed dat door de verkoper / afnemer / voor hun rekening met als bestemming de afnemer is verzonden of vervoerd naar een andere lidstaat dan die waaruit het goed is verzonden of vervoerd.

Opsplitsing intracommunautaire handeling

Intracommunautaire verwerving: BTW heffing in land van bestemming

Intracommunautaire levering: vrijgesteld van BTW

BTW-aangifte

Verschuldigde BTW: 100 %

Terug te vorderen BTW: gedeeltelijk of helemaal (de rest bij kosten steken).

R.    Voorwaarden voor vrijstelling van levering bestemd voor een andere lidstaat

Dit is zeer moeilijk te bewijzen omdat het bedrag van de intracommunautaire levering > intracommunautaire verwerving.

Voorwaarden

Mededeling van het BTW-indificatienummer aan de leverancier. De verwerver moet zijn BTW-indificatienummer bekent maken aan de leverancier. De leverancier moet kunnen bewijzen dat de levering effectief gebeurde aan een al dan niet aan een BTW-belastingplichtige die geïdentificeerd is voor de BTW in een andere lidstaat. Inlichtingen kan men altijd halen bij een daarvoor opgerichte dienst.

Intracommunautair vervoer: het moet een vervoer zijn van de ene lidstaat naar een andere lidstaat.

S.      Controle over de vrijstellingsvoorwaarden

Om te kunnen bewijzen dat het gaat om een intracommunautaire levering moet de verkoper een pakket van documenten kunnen voorleggen (documenten op zicht hebben geen bewijslast). Zijn niet alle documenten aanwezig dan kan de controleur twijfelen. Nodige documenten zijn:

Contracten

Bestelbon

Vervoersdocumenten die gebruikt zijn

Betalingsstukken

Telex- en faxberichten

Ontvangstbon ondertekent door koper

Schriftelijke bevestiging van de Centrale Eenheid voor de administratieve samenhang met de andere EG-lidstaten op het gebeid van de BTW ;

T.     Afwijkend stelsel en bijzonder stelsel

Intracommunautaire verwerving niet onderworpen aan BTW

Dit is het afwijkend stelsel.

Hoedanigheid van de koper: nieuwe belastingplichtigen die de drempel van 450000 BEF niet hebben overschreden noch geopteerd hebben:

Kleine vrijgestelde belastingplichtige

Gewone forfaitaire landbouwer

Vrijgestelde belastingplichtige

Niet-belastingplichtige rechtspersoon

Aard van de goederen: lichamelijke goederen, uitz. nieuwe vervoermiddelen en accijnsproducten

Aangifte: niet onderworpen dus niet in BTW-aangifte, als koper in België gevestigd is.

Berekening van drempel: alle aankopen verricht in andere lidstaten, waarvoor BTW verschuldigd is in het land van oorsprong vormen de basis. Behoort niet tot die basis: aankopen waarbij de BTW verschuldigd is in het land van bestemming (aankopen in het stelsel van verkoop op afstand, goederen die gemonteerd / geïnstalleerd moeten worden, nieuwe vervoersmiddelen en accijnsproducten)

Bijzonder stelsel van de nieuwe vervoermiddelen

Intracommunautaire verwerving onderworpen aan BTW.

Hoedanigheid van koper: particulier

Aard van de goederen: nieuwe vervoersmiddelen

In te dienen aangiften: aangifte bij de douane (formulier 446)

Margeregeling

Voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, verzamelvoorwerpen en antiquiteiten. Deze intracommunautaire verwervingen zijn niet onderworpen aan BTW.

Voorwaarden

Contract met bezwarende titel

Wederverkoper = belastingplichtige en koper wonen elk in een andere lidstaat

Voorwerp: lichamelijk roerend goed binnen werkingssfeer van margeregeling.

U.     Plaats van de intracommunautaire verwerving

Basisprincipe: lidstaat van aankomst

Ondergeschikte bepaling: de plaats geacht zich te bevinden op het grondgebeid van de lidstaat die het BTW-indentificatienummer heeft toegekend waaronder de afnemer deze verwerving heeft verricht. Dit telt als men niet aantoont dat de belasting geheven is zoals in de basisregel.

V.     Driehoeksverrichtingen

W.   Wisselkoers voor de handelingen andere dan invoeren

Bedoelde handelingen: levering, diensten intracommunautaire verwervingen.

Basis: conventionele wisselkoers.

Voorwaarden

Wisselkoers moet vermeld staan op factuur, opgesteld in vreemde munt

Betaling effectief gebeuren in de overeenkomstige koers.

Is er geen conventionele wisselkoers aanwezig dan telt de laatst indicatieve koers van de munt op de factuur (gepubliceerd door Nationale Bank van België).

Het belastbaar feit – opeisbaarheid van de belasting

X.     Definitie

Opeisbaarheid = de belasting wordt geacht verschuldigd te zijn wanneer de Schatkist krachtens de wet de belasting met ingang van een bepaald tijdstip van de belastingplichtige kan vorderen, ook al kan de betaling daarvan worden uitgesteld.

Y.     Binnenlandse handelingen

Belastbaar feit

Levering van goederen: tijdstip van de levering

Diensten: tijdstip van voltooiing van dienst, bij doorlopende diensten elke afrekening of betaling

Opeisbaarheid

Leveringen en diensten: bij elk belastbaar feit

Bijkomende oorzaken:

v     Bij facturatie voor levering / voltooiing

v     Bij betaling voor levering / voltooiing

v     Bij contractuele vervaldag voor levering / voltooiing van dienst en/of VOOR facturatie of betaling

Naarmate van de incassering van de prijs

Een handelaar die vooral levert aan particulieren is ervan ontheven facturen op te maken. De belasting is verschuldigd naarmate de incassering van de prijs (ongeacht voor of na voltooiing).

De afgifte van een cheque telt niet als betaling, wel de definitieve inning van de cheque.

Werk in onroerende staat: men is niet zeker wanneer de oplevering gebeurt. Daarom is er pas opeisbaarheid op het einde van de derde maand die volgt waarin de aannemer de werken heeft stopgezet. Als er een betaling voor die datum gebeurt dan telt die datum voor de opeisbaarheid.

Z.      Intracommunautaire verwerving

Belastbaar feit tijdstip van intracommunautaire verwerving van goederen.

Principe: de 15de van de maand volgend op die waarin het belastbaar feit heeft plaatsgevonden.

Bijkomende oorzaak: ogenblik van uitreiking van factuur als ze uitgereikt wordt voor de 15de van de maand volgend op deze van het belastbaar feit.

AA.           Intracommunautaire leveringen

Opeisbaar: 15de van de maand volgend op die waarin het belastbaar feit plaatsvond of de datum van de factuur (als deze vroeger uitgereikt wordt).

Maar intracommunautaire levering is vrijgesteld van BTW.

Belastbaar feit = tijdstip van levering. Maar vallen plaats en tijdstip van levering niet op een zelfde plaats of tijdstip.

Als leverancier (of een derde) het vervoer voor zijn rekening neemt:

v     Stelsel van verkopen op afstand is niet van toepassing: verschil in plaats en tijdstip van levering. (plaats: waar vervoer aanvangt, tijdstip: aankomst van vervoer)

v     Stelsel van verkopen op afstand is van toepassing: overeenstemming tussen tijdstip en plaats van levering in lidstaat van aankomst. (plaats: aankomst van vervoer, tijdstip: aankomst van vervoer)

Koper (of derde) neemt vervoer voor zijn rekening: overeenstemming tussen plaats en tijdstip in lidstaat van vertrek. (plaats: waar vervoer aanvangt, tijdstip: terbeschikkingstelling)

Intracommunautair vervoer:

Bezorgt de klant een BTW-indentificatie nummer?

Ja

Nee

Stemt BTW-indentificatienummer overeen met dat van lidstaat van vertrek?

Ja

Nee

Heffing in lidstaat van vertrek

Heffing in lidstaat van klant

Heffing in lidstaat van vertrek

Is vervoerder gevestigd in de lidstaat van vertrek?

Is vervoerder gevestigd in de Lidstaat van de klant?

Schuldenaar = vervoerder, in lidstaat van vertrek, desnoods vertegenwoordiging door derde.

Ja: zie 1

Nee: zie2

Ja: zie 3

Nee: zie 3

1: schuldenaar = vervoerder in lidstaat van vertrek

2: schuldenaar = klant in zijn lidstaat (verlegging)

3: schuldenaar = vervoerder

4: schuldenaar = klant in zijn lidstaat (verlegging)

Invoer

Basisbegrippen

Éénheidsmarkt = alle landen die behoren tot de EU vormen 1 grondgebied voor het verkeer van goederen. Geen enkele lidstaat mag geen van zijn eigen producten beschermen door taksen. Het goederenverkeer binnen de EU is volledig vrij (Verdrag van Rome). Er is geen enkele douaneformaliteit meer. Dit verkeer van goederen is intracommunautair verkeer.

Bij goederenverkeer met derde landen wordt tegenwoordig maar 1 document gebruikt: enige document. Dit dient voor de overdracht van goederen en de douaneformaliteiten.

Definitie

Invoer = het binnenbrengen van goederen afkomstig van derde landen of gebieden in het fiscaal grondgebeid van de EU (goederen afkomstig van buiten de EU en die uitgesloten zijn van de BTW-werkingssfeer).

Plaats van dedouanering

Dedouanering = het binnenbrengen van goederen in het grondgebied van EU en het in roulatie brengen van deze goederen.

Als de goederen niet in roulatie gebracht worden, spreekt men niet van dedouanering.

Uitzonderingen op dedouanering

De goederen worden niet in het handelsverkeer gebracht: opschorting (tijdelijke opslag, extern douanevervoer, actieve veredeling, enz).
Invoer wordt verplaatst naar de lidstaat waar het goed aan de opschortingregeling wordt onttrokken.

De goederen worden in het handelsverkeer gebracht en vervoerd onder internencommunautair douanevervoer.
De invoer heeft plaats in de lid-staat waar de goederen van de regeling worden onttrokken.

Vrijgestelde invoer in het kader van het overgangsstelsel

De bestemming

Maar 1 bestemming: het verbruik (sinds 1-1-1996).

Goederen kunnen wel geplaatst worden onder het stelsel van entrepot (goederen zijn wel aangegeven voor verbruik): vrijstelling van BTW.

BB.           Wie kan de hoedanigheid van geadresseerde aannemen

BTW is voor rekening van de geadresseerde van de goederen.

Er is sprake van BTW als de goederen afkomstig zijn van een derde land. Als de goederen vervoerd worden van het ene land van de EU naar een andere EU-land over een derde land (vb: Zwitserland) dan is er geen sprake van invoer in het land van bestemming.

Dient de EU enkel als doorvoer land dan is er geen sprake van invoer.

Goederen die gebruikt worden voor tentoonstellingen vallen ook niet onder invoer, maar als zij verkocht worden in de EU dan vallen zijn wel onder de regeling van invoer.

Niet-communautaire goederen die niet vallen onder een regeling vermeldt in de BTW-wetgeving worden bij binnenkomst van de EU belast met BTW, VOOR de behandeling (invoerrechten pas bij het omloop brengen).

Plaats van invoer: criteria bepalen of België het land van invoer is:

Algemeen criterium: het land waar het goed de EU binnen komst

Afwijkend criterium: het land waar het goed ontdaan wordt van tijdelijke opslag, tijdelijke invoer met vrijstelling van invoerrechten, extern douanevervoer, regeling van vrije zone of entrepots, douane-entrepot, actieve veredeling met toepassing van schorsingsysteem, regeling inzake de in territoriale zee toegelaten goederenvervoer, boor- en werkeilanden, interne communautair vervoer of ander fiscale voordelen zoals tijdelijke opslag, invoer, entrepot, actieve veredeling.

Goederen kunnen onder verschillende regelingen van opschorting geplaatst zijn. Dan valt de invoer in het land waar de laatste opschorting onttrokken wordt.

Bedoelde goederen

Alle lichamelijke goederen + elektriciteit, gas, warmte en koude + andere zakelijke rechten dan die op onroerende goederen.

Zijn geen lichamelijke goederen: effecten aan toonder, geld en geldstukken, schuldvordering, aandelen, lichamelijke goederen met een gedeeltelijk intellectuele dienstverlening, enz.

NOTA: lichamelijke goederen met een gedeeltelijk intellectuele dienstverlening, enkel BTW op het lichamelijke gedeelte.

CC.           Leveringen uit derde landen (artikel 15 § 3)

Plaats van levering = de plaats waar de goederen de EU binnenkomen.

Voorwaarde: geadresseerde moet in de EU wonen

DD.          Vrijstelling na aangifte tot verbruik via BTW-entrepot

Belastbaar feit – gelijktijdigheidprincipe

EE.Gelijkheidsprincipe

Bij invoer streeft men er naar om de plaats en het tijdstip van het belastbaar feit samen te laten vallen (fiscale en douaneprocedure op een zelfde moment) = gelijkheidsprincipe.

Afwijking: goederen geplaatst onder opschortende douaneregeling, dan is het belastbaar feit het tijdstip van onttrekking.

FF. Tijdstip van voldoening van BTW

BTW = opeisbaar vanaf het moment dat de goederen aangegeven worden voor verbruik (voorfinanciering).

Uitzonderingen: voor bedrijven met een vergunning:

Uitgestelde betaling tot bij het verstrijken van een termijn van ten hoogste tien dagen te rekenen vanaf de aangifte

Verlegging van heffing voor belastingplichtigen die gehouden zijn tot het indienen van periodieke aangiften.

Verlegging van heffing

Doel: de voorfinanciering,die een grote last is, voor bedrijven te verlichten.
De BTW is pas opeisbaar bij de periodieke aangifte. Bij invoering van de goederen wordt er een stempel op het enig document geplaatst. In BTW-aangifte: vak 57 bedrag opeisbare BTW en in vak 59 bedrag van aftrekbare BTW. Zij moeten wel een borg betalen.

Wie: alle belastingplichtigen behalve niet-belastingplichtige rechtspersonen, particulieren, kleine ondernemingen (vrijstellingsregel), forfaitaire landbouwers.
Wil een belastingplichtige die niet in België gevestigd is deze regeling gebruiken, dan moet hij een aansprakelijk vertegenwoordiger aanduiden, deze vertegenwoordiger moet zich bekent maken aan het centrale BTW-kantoor voor de belastingplichtige de vergunning aanvraagt bij het Ministerie van Financiën.

Bedrag van vooruitbetaling (borg): de ondernemingen betalen elk jaar 1/24 van het totale BTW-bedrag van de invoer van het vorige jaar als borg. Dit bedrag moet elk jaar opnieuw berekend worden (herziening): is het weer dan het vorige jaar dan moeten zij bij betalen en is het minder dan krijgen zij een deel terug. De onderneming moet wel het overeenkomstige bedrag aan verschuldigde BTW invullen op de aangifte (de vooruitbetaling mag niet afgetrokken worden). Vervalt de vergunning, dan moet er weer BTW betaald worden bij invoer in de EU.

Toepassingsvoorwaarden

v     Aan te vragen voorafgaande vergunning:
de vergunning is aan te vragen bij het ministerie van Financiën. Men kan de vergunning weigeren om volgende redenen:voorschot < 10000 BEF en als men zijn belastingsplichten niet nakomt (aangiften en betaling van BTW).

Inwerkingstelling: alle invoer vanaf datum dat de vergunning verleend is.

Duur: onbepaald.

Afzien van vergunning: op elk ogenblik, inspecteur van controlekantoor een aangetekende brief sturen met die melding, in principe definitief.

Wijziging of intrekking van vergunning: BTW-administratie kan elk moment de voorwaarden voor de vergunning wijzigen en te allen tijde de vergunning intrekken. Wanneer: als men de voorwaarden niet naleeft. Vervaldag van vergunning = notificatie van intrekking.

Wijziging of verlies van hoedanigheid van belastingplichtige: vergunning is niet meer geldig wanneer de belastingplichtige zijn hoedanigheid verliest, onderworpen wordt aan regeling waar men geen aangifte moet indienen en buitenlandse belastingplichtige die geen aansprakelijk vertegenwoordiger heeft in België.

v     Vooruitbetaling van BTW verschuldigd bij invoer:
bij de aanvraag van de vergunning moet men zijn vooruitzichten (het bedrag van invoer dat hij denkt in te voeren) vermelden. Het bedrag waar de borg op gebaseerd is, bevat enkel de goederen die in circulatie zijn gebracht (niet de goederen onder een opschortingregeling).
Borg te betalen op postrekeningnummer van ontvangstkantoor van de BTW dat meegedeeld wordt bij aanvraag, binnen de 3 maanden na verzending van bericht van BTW-administratie. Betalingswijze: volgens portgiro, storting op postkantoor of door een storting bij een erkende financiële instelling (bankgarantie telt niet). Voorwaarden betalingdocument: naam belastingplichtige, BTW-registratienummer, melding «vooruitbetaling aanschr. 3/1973 n° (nummer brief van BTW-administratie)».
Herziening: ieder jaar voor 20 april bekent maken aan BTW-administratie met brief die conform is aan bepaalde normen. Is het bedrag groter: bijbetalen voor 20 april, zelfde voorwaarden voor betalingsbewijs als bij aanvraag. UITZONDERING: vergunning verleent tussen 1 januari en 20 april, 1ste herziening pas het volgende jaar.
Teruggave van een deel van de borg: als het bedrag bij herziening kleiner is, als men afziet van de vergunning, intrekking, hoedanigheid als belastingplichtige verliest (geen aangiften meer) en als buitenlandse belastingplichtige geen aansprakelijk vertegenwoordiger meer heeft in België. Hoe: som van teruggave vermelden in vak IV, C, letter b van aangifte van periode waar teruggave is ontstaan. Ook moet men een document op stellen dat voldoet aan bepaalde eisen (3 exemplaren, 2 gehecht aan aangifte waarin de teruggave ontstaan is).

v     Te vervullen formaliteiten bij invoer: in te vullen op ‘enig document’: in vak 47 een G in kolom WB en in vak 48 nummer van vergunning. Dit ‘enig document’ moet bij het in circulatie brengen van de goederen (invoer) voorgelegd worden aan de douanier

v     Boekhoudkundige verplichting: ‘enig document’ boeken als factuur. In BTW-aangifte: vak 57 en 59 invullen.

Maatstaf van heffing

Om harmonisatie tussen fiscale- en douaneprocedures te verkrijgen wordt als maatstaf van heffing de douanewaarde van de goederen gehanteerd.

Douanewaarde = de te bepalen waarde voor de toepassing van het gemeenschappelijk douanetarief en vormt de belastbare basis voor ad valorm rechten. Dit kan zijn de te betalen prijs door de geadresseerde (factuurprijs) of de normale waarde van de ingevoerde goederen (art 34 van BTW wetboek).

De douanewaarde geld voor alle ingevoerde goederen, ook diegene die vrijgesteld zijn van invoerrechten.

Methoden om de douanewaarde te bepalen: 6 methoden vastgelegd door de EU (verordening nr. 1224/80/EU). Als de 1ste methode voldoet dan is men verplicht deze toe te passen.
Waarderingsmethoden op transactiewaarde (= de factuurprijs van goederen die uitgevoerd worden naar de EU):

1ste: transactiewaarde van ingevoerde goederen

2de: transactiewaarde van identieke goederen

3de: transactiewaarde van soortgelijke goederen ?

Plaats van bestemming: plaats in België vermeldt in de vrachtbrief of enig document, plaats waar de eerste overlading gebeurt in België (als er geen vermelding is) of dedouanering.

Wat houdt de maatstaf van heffing bij invoer in = bijtellen, = aftrekken, = geen invloed

Verzekeringen

gehele bedrag tot plaats van bestemming

Commissie

als er een makelaar of mandataris tussenkomt voor de aankoop van goederen geleverd in een derde land.

in alle andere gevallen (zit in prijs)

Voorschotten

uitzondering: verpakking, vervoer en verzekering

Verpakking

gewone en gebruikelijke verpakking

in alle andere gevallen, aan eigen BTW-tarief

Disconto

zelfs bij betaling buiten toegestane termijn

Kosten van douaneformaliteiten

tot plaats van bestemming in binnenland

Rechten, heffingen en andere belastingen

verschuldigd in het buitenland of als gevolg van invoer

Schadevergoeding

Intresten

wegens laattijdige betaling

Rabatten, kortingen, risico’s

verkregen bij tijdstip van opeisbaarheid van BTW

andere gevallen

BTW

Vervoer

tot op plaats van bestemming

Intracommunautair douanevervoer

Niet-communautaire goederen = goederen die nog niet onderworden zijn aan invoerrechten, gelijkaardige rechten, BTW, en accijnsrechten.

Externe intracommunautair douanevervoer (T1):

= vervoer van niet-communautaire goederen, goederen die behoren tot het EGKS-verdrag en nog niet in het vrije verkeer zijn gebracht en bepaalde communautaire goederen (communautaire landbouwpolitiek) tussen 2 punten binnen de EU en goederen waarvan het vertrek begint in een derde land.

Interne intracommunautair douanevervoer (T2):

= vervoer van goederen die in het vrije verkeer zijn gebracht (=communautaire goederen) tussen 2 punten op het grondgebied van de EU (enkel aan BTW en accijnsrechten onderworpen). Wordt bijna niet meer toegepast wegens eenheidsmarkt.

Algemene verplichting: intracommunautair vervoer is verplicht voor elke wijze van vervoer (inclusief vervoer via water en lucht)

Persoonlijke bagage van reizigers – definitieve invoer met gehele vrijstelling

Persoonlijke bagage = alle bagage die een reiziger bij aankomst bij de douane aangeeft en de bagage die later bij de douane aangegeven wordt waarvan hij kan bewijzen dat ze bij vertrek als begeleide bagage was ingeschreven bij de maatschappij die zijn vervoer verzorgd heeft.

Voorwaarden voor definitieve vrijstelling:

Invoer waaraan elk handelskarakter vreemd: voor eigen gebruik, gezinsgebruik, als geschenk, geen hoeveelheid en aard die in aanmerking komen voor commerciële overweging.

Totale waarde <= 2000 BEF. Overstijgt de waarde dit bedrag: wordt de vrijstelling tot beloop van dat bedrag verleend voor die goederen waarvoor, bij afzonderlijk invoer, deze vrijstelling had kunnen worden verleend (de waarde mag niet afzonderlijk gesplitst worden).

Goederen die buiten de vrijstelling gelaten worden: waarde van persoonlijke goederen die tijdelijke worden invoert of wederingevoerd worden na tijdelijk uitvoer, tabak, alcohol (dranken), parfum, koffie en thee.

Hoeveelheidbeperking: vrijstelling beperkt tot bepaalde hoeveelheden.

Sigaretten

200 stuks

Vrijstelling niet toegekend aan reizigers beneden de 17 jaar.

Cigarillo’s (sigaren met gewicht <= 3 gr.)

100 stuks

Sigaren

50 stuks

Rooktabak

250 gram

Niet mousserende wijnen

2 liter

Alcoholische dranken met > 22 % vol., niet gedenatureerde ethylalcohol >= 80 % vol

1 liter

Alcoholische dranken op basis van wijn, alcohol, tafia, saké of soortgelijke dranken <= 22 % vol., mousserende wijnen en likeurwijnen

2 liter

Parfum

50 gram

Toiletwater

0.25 liter

Koffie

500 gram

Niet beneden de 15 jaar

Koffie-extracten en –essences

200 gram

Thee

100 gram

Thee-extracten en –essences

40 gram

Wat als men meer invoert

Alcohol, tabak, parfum, koffie en thee: taksen op hoeveelheid die het maximum overschrijdt.

Andere goederen: belasting op totale waarde.

Uitsluitingen van vrijstelling: goederen die:

Dienstig zijn bij uitoefening van beroep

Bestemd voor wederverkoop

Waarvan de hoeveelheid hoger is als particulieren ze aankopen.

Reizigers vanuit een Lid-staat van de EU

Goederen uit een tax-free-shop: toepassing vrijstelling voorzien voor goederen afkomstig van een derde land.

Goederen aangekocht in andere lidstaat van EU: geen beperking in waarde en hoeveelheid.
Opgepast met goederen waar accijnsrechten op liggen: hier is wel een beperking, accijnsvrij tot:

Sigaretten

800 stuks

Cigarillo’s

400 stuks

Sigaren

200 stuks

Rooktabak

1 kg

Sterke dranken

10liter

Aperitieven

20liter

Wijnen (max. 60 liter mousserende wijnen)

90 liter

Bieren

110 liter

Reizigers vanuit derde landsgebieden: regels als reizigers van derde landen.

Maatstaf van heffing

Begrip

Maatstaf van heffing (MvH)= basis waarop BTW wordt berekend

Commissielonen

Behoren tot MvH: bij relatie tussen verkrijger en commissionair.

Behoren niet tot MvH: bij relatie tussen leverancier en commissionair.

Tegenprestatie bestaat uitsluitend uit een geldsom

Behoort tot MvH

Behoort niet tot MVH

Prijs

Lasten

Subsidies

Vervoers- en verzekeringskosten

Belasting, rechten en heffingen

Verloren verpakking

Schadevergoeding

Disconto

Verkregen prijsverminderingen

Intresten wegens niet-tijdige betaling

Gewone en gebruikelijke verpakking

Voorschotten

BTW

GG.          Prijs

Prijs = de overeengekomen tegenwaarde in geld voor een levering van een goed of het verstrekken van een dienst of een levering met bijbehorende dienst (vb: verplicht drinkgeld) door beide partijen (leverancier en klant).

Prijs uitgedrukt in vreemde munt: voor handeling anders dan invoer

Laatste bekendgemaakte wisselkoers door Nationale bank van België

Overeengekomen wisselkoers tussen beide partijen (moet vermeldt staan op factuur).

NOTA: buiten het bedrag in vreemde valuta moet ook het bedrag vermeldt staan in EUR of BEF (vanaf 2002 telt enkel EUR nog)

Contante betaling: berekening van BTW op MVH verminderd met korting contant (principe bedrag voor contante betaling). Verkoop op afbetaling of huurkoop: MvH is prijs bij contante betaling (als die op factuur vermeldt staat).

HH.          Lasten van de prijs, subsidies, belastingen, rechten en heffingen

Lasten = de sommen die aan de afnemer van een dienst of levering in rekening gebracht worden boven op de prijs.

De last bevat ook: sommen die dienstverlener of leverancier verschuldigd is aan derden, het bedrag van door medecontractant gedane zaken en de waarborg voor het bekomen van het ‘eiwitcertificaat’ voor bepaalde grondstoffen als dit gedeeltelijk of geheel wordt aangerekend door de leverancier.

Het onderscheidt tussen lasten en een bestanddeel van de prijs is moeilijk (sommige lasten kunnen ook in de prijs zitten).

Belastingen, rechten en heffingen behoren tot MvH sinds 1-1-93. Verblijftaks is sindsdien een heffing en geen voorschot meer.

II.    Transportkosten en verzekeringskosten

Dit zijn doorgerekende kosten van de leverancier of dienstverrichter (gevolg van art 26 2de lid). De verzekeringskosten zijn in naam van de leverancier / dienstverrichter (hij heeft een verzekering afgesloten op zijn eigen naam).

JJ.  Sommen die niet tot MvH behoren (art 28 WBTW)

Art 28 1°: sommen afgetrokken als korting bij contante betaling (ongeacht verkrijgen ervan of niet).

Art 28 2°: prijsverminderingen: bonificaties, commissie, korting, restorno, enz

Art 28 3°: intresten voor te late betaling, conventionele intresten voor termijnbetaling.

Art 28 4°: kosten voor verpakkingsmiddelen: 2 voorwaarden:

Gewone en gebruikelijke verpakking waarvan de waarde < ½ van de waarde van de inhoud.

In contract staan dat de verpakking teruggezonden mag worden + terugbetaling van verpakking (factuur: statiegeld).

In alle andere gevallen is het verloren verpakking. Verloren verpakking wordt belast aan het laagste BTW tarief. Niet gewone en gebruikelijke verpakking worden afzonderlijk belast aan een eigen tarief.

Art 28 5°: voorschotten = kosten die door de leverancier zijn voorgeschoten. Voorwaarde: de kosten moeten gefactureerd worden op naam en voor rekening van klant / medecontractant. Vb: vervoerkosten, wisselprotest, registratie- en zegelrecht door een bank, aanplakkingtaks, kijkgeld, verzekeringskosten, postzegels, rouwkapel, syndicus van een flatgebouw, kosten van een bank, fiscale zegels, enz.

KK.          Schadevergoeding

Niet aan BTW onderworpen als het gaat om een fout die aan de klant te wijten is.

Vb van schadevergoeding: schade aan regie-installatie van Belgacom, wachtkosten van NMBS voor niet tijdig lossen van spoorwagens, soms voor niet tijdig ophalen van bieten door suikerfabriek, enz.

De tegenprestatie bestaat niet of niet uitsluitend uit een geldsom

De MvH = normale waarde.

De normale waarde =

Voor goederen: de prijs die men er zou voor betalen voor gelijkaardige goederen

Voor diensten: de prijs als een derde deze dienst zou uitvoeren.

Diensten of geleverde goederen aan personeel, bestuurders, enz ingevolge een contract: waarde weerhouden inzake indirecte belastingen (voordeel alle aard).

Handelingen zonder tegenprestatie

LL.Voordelen

MVH = normale waarde

Bedrag voor heffing inkomstenbelasting = bedrag inclusief BTW. De rechthebbende moet geen BTW meer betalen.

Gelijkgestelde dienst: het gebruik van een tot het bedrijf behorende goed voor andere doeleinden dan de bedrijfseconomische activiteit van de belastingplichtige, als er voor dit goed een volledig of gedeeltelijk recht op aftrek is ontstaan (basis voor BTW van voordelen van alle aard).

Art 45 §2 WBTW

Regeling beperkte aftrek inzake personenwagens:

Maximaal 50 % van BTW is terugvorderbaar of ingeval van gemengde belastingplichtige, het verhoudingsgetal van zijn belastbare handelingen met maximum van 50 %.

Maximaal 50 % van de kosten in rekening brengen van de onderneming of ingeval van gemengde belastingplichtige, het verhoudingsgetal van zijn belastbare handelingen met maximum van 50 %.

MM.      Onttrekking en ingebruiknemingen van goederen

MVH =

Aankoopprijs of verkoopprijs berekend op het tijdstip waarop de handeling verricht wordt (= normale waarde). Het is de actuele waarde van het goed.

Vervaardigingsprijs: de gedane kosten

Vb: gedemodeerde kleding onttrekken: de waarde als men ze zou verkopen.

Personenwagen: de actuele waarde van die auto. Maar hier is de aftrek van de BTW beperkt tot de helft van de normale waarde.

Onttrekking van gebouwen: kostprijs is oprichtingsprijs van het gebouw op tijdstip van onttrekking.

Als het gaat om een zelfvervaardigde goed, dat als bedrijfsmiddel gebruikt gaat worden, mag men de intellectuele kosten van de MvH trekken.

Aankoop- / verkoopprijs bij

Verbruiklening

Onttrekking voor privé-gebruik en ingebruikname voor bedrijfsdoeleinden

Werken in onroerende staat uitgevoerd door belastingplichtige in zijn economische activiteit (telt niet: onderhoud dat gebeurt door een andere belastingplichtige, werken door een oprichter en verkoper van nieuwe gebouwen)

Onttrekking van nieuwe gebouwen.

Gedane uitgaven bij

Voordelen van alle aard

Werken in onroerende staat voor andere doeleinden van economische activiteit door de ondernemer zelf of zijn personeel.

NN.          Handelingen die met diensten gelijkgesteld worden

Inhoud

Gelijkgestelde dienst: het gebruik van een tot het bedrijf behorende goed voor andere doeleinden dan de bedrijfseconomische activiteit van de belastingplichtige, als er voor dit goed een volledig of gedeeltelijk recht op aftrek is ontstaan.

Verschil tussen onttrekking en het gebruik van en goed: bij onttrekking verdwijnt het goed uit de boekhouding.

Verpachting, verhuur en overdracht van huur van een uit zijn aard onroerend goed en gebruik ervan onder voorwaarden van art 19 §1 is vrij van BTW. Gevolg: BTW-herziening.

Verpachting, verhuur en overdracht van huur van een roerend goed: belastbaar

Goed aangekocht voor bedrijfsdoeleinden: als er een handeling van art 19 zich voordoet: aan BTW onderworpen en geen herziening.

Goed aangekocht privé-doeleinden: als er een handeling van art 19 zich voordoet: geen BTW-heffing (geen recht op aftrek).

Goed aangekocht voor beroeps- en privé-doeleinden: aftrek in de mate dat die betrekking heeft op uitgaande handelingen, bij volledige onttrekking telt artikel 19 niet. De eerste 5 jaar na aankoop kan er nog een herziening (op 1/5 van bedrag) plaats hebben.

MvH

Toepassing van artikel 19 zorgt voor problemen bij vaststelling MvH. De MvH = gedane uitgeven. Maar een goed omschrijving van gedane uitgaven is er nog niet. Gedane uitgaven bevatten niet: diensten van onderhoud of exploitatie door derde verstrekt zonder dat belastingplichtige daarvan recht op aftrek heeft gehad (arrest van Europees hof van Justitie).

Minimummaatstaf van heffing

Bedoelde goederen

De met voldoening van BTW vervreemde gebouwen

Diensten i.v.m. het werk in onroerende staat dat betrekking heeft op te richten gebouwen.

Nieuwe gebouwen

Enkel BTW mogelijk bij verkoop of onttrekking van een nieuw gebouw.

Een gebouw blijft nieuw tot 31 december van het jaar na dat waarin het voor het eerst werd opgenomen in het kohier van OV (ook BTW-termijn voor gebouwen genoemd).

BTW verschuldigd bij: 1 toevallige vervreemding of een zakelijk recht op het nieuw gebouw, indien er BTW werd verkregen (uitoefening van optie) en 2 vervreemding of onttrekking door belastingplichtige van een nieuw gebouw of een zakelijk recht op dat gebouw.

MvH bij onttrekking = aankoopprijs of kostprijs bepaald op tijdstip van handeling

MvH in alle andere gevallen = vraagprijs, bij tegenprestatie die niet uitsluitend uit geld bestaat moet de vraagprijs > normale waarde (verkoopprijs of te bekomen prijs).

Controle: door ontvanger van de registratie. Bij ongelijkheden: ofwel minnelijke schikking ofwel schattingsprocedure. Men kan zijn gelijk halen als men voldoende bewijsmateriaal heeft (vb: foto’s, aantekeningen, enz). De nog te betalen BTW is voor verkrijger of belastingplichtigenoprichter. De BTW-aangifte hier bestaat uit: lijst geleverde goederen, lijst geleverde prestaties en lijst zelf uitgevoerde werken (hierop geen BTW).

Werk in onroerende staat

MvH > normale waarde van werk (prijs op 1 januari van het jaar waarin het gebouw geheel of gedeeltelijk is gebruik is genomen).

MvH van verschillende contracten aan 1 gebouw > normale waarde van gezamenlijke werken (= minimum). Hebben werken betrekking tot voltooiing van gebouw bekomen met BTW: MvH > dan minimum.

Controletaak: hoofdcontroleur van de BTW, met toepasselijke prijzen in bouwsector, geplaatst en verwerkt bouwmateriaal en aard van constructie.

Margeregeling voor tweedehands wagens

Wil men de margeregeling toepassen moet men een vergunning aanvragen.

Verkoop tussen particulieren = geen belastbare handeling.

Werking: 1 bij aankoop van auto: aanmaak van lijst A, 2 bij verkoop van die auto’s: aanmaak van lijst B, 3 driemaandelijks een vergelijking maken tussen lijst A en B: positief verschil, 21 % BTW uithalen en betalen; verlies, geen betaling; maar de volgende periode is er winst, eerst verlies vorige periode aftrekken.

Facturen: vermeldingen om prijs te bepalen en type te identificeren, ook uitrusting en toebehoren. Noodzakelijk vermeldingen: merk, model, jaartal, cilinderinhoud, motorsterkte, carrosseriemodel, chassisnummer en datum waarop wagen voor de 1ste keer in verkeer kwam. Verplichtingen tellen ook voor alle stukken m.b.t. de wagen.

Andere bijzonder gevallen

Lastgever en commissionair

Tweedehands goederen

Onteigening

Gezamenlijk bod

Betaling via aanbod titel

Verhuur en financieringshuur auto’s enz.

Tarieven

Nultarief

Enkel bij administratieve aanschrijvingen.

Invoer en levering van dagbladen en periodieke publicaties, met algemene informatie strekking, die ten minste vijftig keer per jaar verschijnen. Belasting vrijgesteld vanaf de levering door uitgever tot ze in handen zijn van de lezers.

Handelaren die alleen deze bladen verkopen blijven hun recht behouden op aftrek van BTW.

Het 1%-tarief

Verlaagde tarief voor leveringen van goud, dat normaal als beleggingsobject wordt gebruikt.

Het 6%-tarief

Alle levensnoodzakelijke producten en diensten;

Werk in onroerende staat m.b.t. privé-woningen ouder dan 15 jaar is tijdelijk ouder dan 5 jaar.

Het 12%-tarief

Telt voor:

Fytofarmaceutische producten

Margarine

Vaste brandstoffen

Banden en binnenbanden voor landbouwmachines en tractoren

Betaaltelevisie

Het 21%-tarief

Alle goederen die niet onder de andere tarieven vallen

Speciaal tarief

BTW-tarief in onroerende sector

Leveringen van nieuwe gebouwen

Onroerende financieringshuur

Registratie aannemers

Enz.

Vrijstellingen inzake uitvoer

Eigenlijke vrijstellingen

Uitvoer = de levering van een goed buiten de EU.

Art 39 van WBTW: vrijstellingen:

Art 39 §1 – 1: uitvoer van goederen door of voor rekening van de verkoper

Art 39 §1 – 2: uitvoer van goederen die worden afgehaald door de niet in België gevestigde koper of voor zijn rekening

Art 39 §1 – 3: diensten met betrekking tot werkzaamheden aan roerende goederen

Art 39 §1 – 4: uitvoer van goederen die behoren tot de persoonlijke bagage van de reizigers

Art 39 §2 – 1: leveringen en intracommunautaire verwervingen van goederen die bestemd zijn om te worden geplaatst onder douaneregeling of onder andere regeling van entrepot dan douane-entrepot, evenals leveringen van deze goederen, met handhaving van één van die regelingen: goederen zijn, fiscaal gezien, het EU nog niet binnen zijn

Art 39 §2 – 2: diensten, andere dan die vrijgesteld zijn bij toepassing van art. 41 en 42, bestaande uit werkzaamheden met betrekking tot goederen die het voorwerp uitmaken van leveringen bedoeld in 5° of die het zich bevinden onder een regeling zoals bedoeld in 5°

Ook de zijn er gevallen van vrijstelling die voorafgaan aan uitvoer: levering van goederen bestemd voor uitvoer door erkende menslievende, liefdadigheid en opvoedkundige organisaties.

OO.          Vrijstelling bij uitvoer van goederen (art 39 §1 – 1)

De levering van goederen en het vervoer ervan door of voor rekening van de verkoper naar een plaats buiten de EU is vrijgesteld van BTW onder voorwaarden. Vervoer d.m.v. eigen transportmiddelen of door een vervoersmaatschappij.

Bewijsmateriaal

Documenten die men moet kunnen voorleggen aan de controleur: aangifte ten uitvoer, bestelbon, vervoersdocumenten, betalingsstukken, enz.

Op douanekantoor: enig document (aangifte ten uitvoer, volstaat eigenlijk als bewijs) en verkoopfactuur of document men zelfde gegevens als verkoopfactuur.

PP. Vrijstelling bij uitvoer van goederen, afgehaald door de niet in België gevestigde koper of voor zijn rekening (art 39 §1 – 2)

De goederen moeten vervoerd worden naar een plaats buiten de EU. Dit vervoer is vrijgesteld.

Uitzonderingen

Door koper zelf vervoerde goederen bestemd voor uitrusting of bevoorrading van vervoermiddelen voor privé-gebruik (vb: pleziervaartuigen, sportvliegtuigen) en die zich als zodanig aan boord van die vervoersmiddelen bevinden bij uitvoer ervan.

Levering van goederen aan reizigers, met woonplaats of verblijfplaats buiten de EU, die de goederen in België in bezit neemt en ze uitvoert in zijn persoonlijke bagage naar een plaats buiten de EU.

Opmerking: verkoper moet kunnen bewijzen dat de goederen onder de voorwaarden werden uitgevoerd, dan pas is hij ontslagen van zijn verantwoordelijkheid.

QQ.          Vrijstelling van diensten m.b.t. roerende goederen (art 39 §1 – 3)

Voor diensten, uitgezonderd die diensten die al vrijgesteld werden door art 41 en 42, bestaande uit werkzaamheden m.b.t. roerende goederen die:

Verworven of ingevoerd om werkzaamheden te ondergaan

Naar buiten de EU verzonden door dienstverrichter aan zijn niet in België gevestigde opdrachtgever of die zijn rekening.

= veredeling.

Bewijslast: idem als voor vrijstelling bij uitvoer van goederen (art 39 §1 – 1).

RR.          Vrijstelling voor goederen, uit te voeren in de persoonlijke bagage van reizigers (art 39 §1 – 4)

Vrijstelling voor een niet in de EU gevestigde reiziger, die in België de goederen in bezit nam en ze vervoert d.m.v. zijn bagage naar een plaats buiten de EU. Voorwaarden:

Geen handel- of beroepskarakter bij aankoop aanwezig

Totale waarde, inclusief BTW, > 5000 BEF.

Ten laatste uitgevoerd op het einde van de 3de maand na de maand waarin de levering plaatsvond.

Bewijslast voor verkoper: exemplaar van factuur bekleed met visum van het douanekantoor van uitgang uit de EU. Factuur kan vervangen worden door een ander document dat voldoet aan de voorwaarden van Ministerie van Financiën.

SS. Vrijstelling van leveringen en intracommunautaire verwervingen van goederen die fiscaal gezien de EU nog niet binnen zijn (art 39 §2 – 1)

Leveringen en intracommunautaire verwerving van goederen bestemd om onder douaneregeling geplaatst te worden:

Tijdelijke opslag

Vrije zones of entrepots

Douane entrepots

Actieve veredeling met toepassing van schorsingssysteem

Inzake de in territoriale zee toegelaten goederen voor boor- en werkeilanden

Andere dan regelingen dan douane-entrepot = BTW-entrepot.

Dit is onder voorwaarden van douanereglementering.

Sinds 1-1-96 bestaat er een nieuwe regeling voor BTW-entrepot (art 39 quarter). Deze regeling is bedoeld voor kettingverkoop: de goederen zij in het vrije verkeer gesteld maar liggen opgeslagen terwijl ze verhandeld worden (via internationale markten). De vrijstelling is pas definitief vanaf het tijdstip van uitvoer

BTW-entrepot voor 1-1-96:

Bij uitvoer, via vergunning van centrale BTW-administratie.

Invoer van niet-communautaire goederen (beheerd door administratie der douane en accijnzen.

TT.Vrijstelling voor diensten m.b.t. goederen die aan een douaneregeling onderworpen zijn en taksvrije verkooppunten

Vrijstellingen en de fase die aan de uitvoer voorafgaat

Vrijstellingen bedoelt in art 42 §3 – 8: de levering van goederen bestemd voor erkende organisaties buiten de EU in het kader van menslievend, liefdadig of opvoedkundig werk.

Vrijstellingen inzake internationaal vervoer en ermee samenhangende handelingen

UU.           Indeling

Plaats van de dienst bij vervoerdiensten = plaats waar vervoer plaatsvindt, naar verhouding van de afgelegde afstand, dus vervoer op Belgisch grondgebied is onderworpen aan BTW.

Uitzondering: intracommunautair vervoer: plaats van dienst =

Plaats van vertrek van vervoer

Plaats van de lid-staat die aan de ontvanger een BTW-iderntificatienummer heeft toegekend waaronder de dienst is verleend, als dit een andere lid-staat is dan de lid-staat van vertrek van vervoer.

Vrijstellingen vermeld in art 41 §1: inzake

Personenvervoer

Goederenvervoer

Diensten die met het goederenvervoer samenhangen.

Bewijslast: aantonen d.m.v. documenten die voldoen aan de aard en vorm bepaald door Ministerie van Financiën.

VV.           Bespreking

Vrijstelling personenvervoer

Vrijstelling voor zeevervoer en internationaal luchtvervoer van persoen (geen wegvervoer).

Vrijstelling goederenvervoer

Vervoer van door reizigers begeleide bagage en de auto van reizigers.

Vervoer goederen uit een derde land: vervoer + samenhangende handelingen.
Waarde op invoeraangifte: de waarde ervan komst overeen met de bij invoer opgenomen MvH (inclusief vervoerkosten tot 1ste plaats van bestemming in lid-staat van invoer + kosten van samenhangende handelingen), vervoermiddel heeft geen belang.

Vervoer van goederen dat rechtstreeks verband houdt met de uitvoer van goederen buiten de EU: voor vervoer van goederen vanuit België naar een plaats buiten de EU, waarbij de goederen bij uitvoer in dezelfde staat zijn als bij het vertrek van het vervoer (de goederen mogen verpakt worden).

Vervoer goederen onder douaneregeling: vervoer van goederen die fiscaal nog niet in de EU aanwezig zijn.

Binnenlandse vervoerdiensten die rechtstreeks verband houden met een intracommunautair goederenvervoer en ermee samenhangende activiteiten.

Vrijstellingen inzake zee- en binnenschepen

Vrijstellingen inzake vliegtuigen

Vrijstellingen inzake diplomatieke vertegenwoordigen en consulaire posten

Vrijstellingen bij internationale organisaties en krijgsmachten

Vrijstellingen bij levering van goud aan centrale banken

Vrijstellingen inzake parels en edelstenen

Begrip

Vrijgesteld onder voorwaarden gesteld door Ministerie van financiën (art 42 §2):

Levering van echte parels, natuurlijke edelstenen en dergelijke aan handelaren die zich er uitsluitend mee bezighouden.

De door de handelaar verstrekte diensten die betrekking hebben op die goederen.

Invoer en intracommunautaire verwerving van die goederen, art 40 §1 - 1 (waarom: voorfinanciering vermijden, zij voeren 95 % van hun waren opnieuw uit)

Vereiste formaliteit:

Op factuur en bestelbon «vrijstelling van BTW art. 42 §4 van wetboek, aanschrijving N° 108 van 1971».

Bij invoer de goederen regelmatig te verbruik aangeven (voorkoming sluikinvoer). Bij sluikinvoer: geen voordeel van de vrijstelling.

Vrijgestelde dienstverlening

Diensten aan personen die handelen in parels, natuurlijke edelstenen en dergelijke zijn vrijgesteld van BTW. Hier wordt onder verstaan:

Intellectueel of materiële diensten (vb: sorteren, graveren, snijden, slijpen, doorboren, enz) voor zover de parels en stenen niet zijn gevat, niet zijn gezet en niet zijn gesteld.

Verhuur van slijpmolens, zaagmachines en met diamantgruis bezette schijven aan handelaars in parels, natuurlijke edelstenen en dergelijke of aan diamantslijper- of zagers (belastingplichtige of niet).

Rechthebbende op de vrijstelling

Personen met een activiteit die uitsluitend bestaat uit het aankopen van bedoelde goederen om ze te verkopen, eventueel na ze een handelsbewerking te hebben doen ondergaan die de vrijstelling niet uitsluit.

De handelaars in diamant en diamantfabrikanten moeten erkent zijn door de BTW-administratie.

Aftrek van voorbelasting

Algemene beginselen

Elke belastingplichtige mag op zijn verschuldigde BTW de betaalde belasting op geleverde goederen, verleende diensten en de door hem zelf ingebrachte input aftrekken. De goederen of diensten moeten gebruikt zijn voor of bijgedragen hebben tot het verrichten van (rechtstreek of onrechtstreeks):

Belaste handelingen

Vrijgestelde handelingen voor de belasting (art 39 tot 42)

Handelingen in het buitenland, waarvoor aftrek zou ontstaan als ze in het binnenland zouden plaatsvinden.

Handelingen bedoelt in art 44 §3 – 4 tot 10 telkens wanneer medecontractant buiten de EU is gevestigd of heeft gehandeld, volgens voorwaarden die bepaalt zijn door Ministerie van Financiën, rechtstreeks samenhangen met goederen  die bestemd zijn oor uitvoer naar land buiten EU.

Diensten als maklaar of lastgever bij de vorige 4 punten.

Gemengde belastingplichtige heeft maar een beperkte aftrek van BTW door verhoudingsgetal of de regel van werkelijk gebruik van goederen en diensten.

Voorwaarden

Om voorbelasting te kunnen aftrekken moet men beschikken over een regelmatige factuur. Eigenlijk telt enkel het origineel document maar mocht het origineel verloren gaan dan telt een kopie ook (vermelding op kopie: «dubbel uitgereikt op aanvraag van de klant ter vervanging van de verloren gegaan of vernietigde factuur»).

Verplichte vermeldingen op regelmatige factuur:

Uitgiftedatum, volgnummer van factuur

Naam (maatschappelijke benaming), adres, handels- of ambachtregisternummer en BTW-identificatienummer van belastingplichtige.

Naam (maatschappelijke benaming), adres en BTW-identificatienummer van medecontractant + nauwkeurige vermelding van bestemming. (uitvoer)

Bij intracommunautair goederenvervoer, tussenpersonen bij intracommunautair verwervingen en leveringen alsmede goederenvervoer: nummer waaronder de ontvanger voor BTW-doeleinden is geïdentificeerd en waaronder hem de dienst werd verstrekt.

Vrijgestelde intracommunautaire leveringen: nummer waaronder de ontvanger voor BTW-doeleinden is geïdentificeerd.

Abctransactie: BTW-identificatienummer in een andere lidstaat waaronder men bij intracommunautaire verwerving en de uitsluitende levering van goederen verricht heeft + BTW-identificatienummer van bestemmeling.

Datum van levering van het goed of van de voltooien van de dienst als het niet duidelijk is wanneer de BTW opeisbaar is.

Datum waarop het belastbaar feit plaatsvindt bij leveringen bedoelt in art 39bis of datum waarop de prijs gedeeltelijk of volledig werd ontvangen.

Tarief van de BTW

Gegevens van het vervoersmiddel (nieuw of tweedehands) ter identificatie van her vervoersmiddel

MvH + samenstelling ervan

Verschuldigde BTW of bij medecontractant «belasting te voldoen door de medecontractant – BTW-wetboek, art 51 §2»

Waarom vrijgesteld of niet in rekening te brengen van BTW

Verwijzing naar vroegere facturen als deze er zijn voor een zelfde goed

Andere verplichte vermeldingen

Vanaf 2002 prijs in EUR (momenteel nog EUR of BEF)

Omvang van het recht op aftrek

Het recht op aftrek ontstaat pas als men geregistreerd is als belastingplichtige: voor alle handelingen voor dat tijdstip is de BTW niet aftrekbaar, wel kan men een deel recupereren door de herziening van BTW (5 of 10 jaar) als gaat om roerende investeringsgoederen (bedrag > 10000 BEF, beroepsmatig gebruik) of nieuwe onroerende investeringen (BTW van afwerkingfacturen enkel aftrekbaar als het gebouw daadwerkelijk voor belastbare activiteiten in gebruik wordt genomen).

Art 45 §1 – 1 tot 5: de hierin vermelde goederen en diensten hebben geen volledige aftrek voor de belastingplichtige.

Geen belastingaftrek voor goederen die bestemd zijn voor andere dan de beroepsdoeleinden.

Goederen gebruikt bij beroepsdoeleinden en andere doeleinden: aftrek naargelang het verhoudingspercentage. In het begin volgt men de regels van de directe belasting (aanvaardbaarheid percentage) en later het verhoudingsgetal dat bepaald is door de belastingplichtige onder controle van de administratie.

Kan men niet voorzien of een goed of dienst voor andere dan beroepsdoeleinden gebruikt gaat worden: volledig recht op aftrek toegestaan. Maar wanneer het goed onttrokken wordt van de beroepsdoeleinden of de dienst of het goed niet meer verstrekt wordt moet men BTW betalen of een herziening uitvoeren (in rooster 61).

Als er ten onrechte BTW is aangerekend (wegens niet toepassing art 11 of verlegging van heffing) mag de belastingplichtige deze BTW aftrekken. Ingeval van verlegging moet medecontractant dit kunnen aantonen.

Opgepast met deze regeling, het is een goedgunstige maatregel.

Beperking van aftrek

Vanaf lichte vrachtwagen: BTW 100 % aftrekbaar.

Aftrek voor personenwagens

De BTW op een personenwagen is maar de 50 % aftrekbaar (art 45 §2). Hieronder vallen de personenwagens die enkel voor personenvervoer gebruikt worden en tevens ook diegene die voor goederenvervoer gebruikt worden.

Vallen niet onder art 45 §2:

Voertuigen die bestemd zijn om te worden verkocht of verhuurd (autohandelaar of –verhuurder).

Voertuigen die gebruikt worden als taxi, lijkwagen (niet de wagens gebruikt in autorijscholen).

Handelingen met beperkte aftrek met een personenwagen:

Levering in België

Intracommunautaire verwerving

Invoer in België

Ingebruikname als bedrijfsmiddel

Leasing

Levering van goederen m.b.t. de personenwagen: brandstof (inbegrip onttrekking), smeerolie, onderhoudsproducten, onderdelen, enz.

Diensten m.b.t. de personenwagen: onderhoud, reiniging, enz.

Levering van een goed m.b.t. de personenwagen, ze dienen tot verbetering en inrichting van een voertuig: autoradio, airco-installatie, trekhaak, enz.

Het aanbrengen van publiciteit, reclameteksten d.m.v. ver of afneembare panelen.

Voorbelasting mag maar voor 50 % afgetrokken worden of verhoudingsgetal met max. van 50 %.

Art 45 §2 telt niet voor taxikosten of kosten van mobilofoon.

Uitsluiting van aftrek

Art 45 §3 en §4: sluiten uit van aftrek:

Tabaksfabrikanten: wegens bijzonder stelsel

Geestrijke dranken (> 22 % vol.). Wel recht op aftrek bij: invoering met bedoeling van wederverkoop, verwerking in spijzen, bestemd voor verkoop, verstrekking ter uitvoering van dienstverrichting (café, restaurant, enz).

Kosten van logies, spijzen en dranken die ter plaatse worden verbruikt. Omdat hier moeilijk een scheiding te maken is tussen privé en beroepsdoeleinden. Toch zijn er 2 uitzonderingen:

v     Wel aftrekbaar bij belastingplichtigen voor kosten gedaan door personeel (voor bedrijfsdoeleinden) en dit buiten de onderneming. Personeel belast met levering van goederen en dienstverrichting. Bestuursorganen zijn geen personeelsleden en buiten de onderneming moet juridisch geïnterpreteerd worden. Kosten bewijzen d.m.v. facturen op naam van de firma.

v     Wel aftrekbaar voor belastingplichtigen die diensten onder bezwarende titel vertrekken. Vb: traiteurs, bedrijfskantines die maaltijden leveren, enz.

Kosten van onthaal: onthaal, vermaak of ontspanning van aan het bedrijf vreemde bezoekers (= alle personeel die geen directie- of personeelslid zijn).
Behoren niet tot de kosten voor onthaal: demonstratiekosten, hostesskosten.
OPMERKING: kosten die een voetbalclub doet zoals het gebruik van business-seats en logés, zijn voor hen aftrekbaar als ze een vorm van publiciteit zijn.

Bepaalde kosten van een reisbureau.

Enkele bijzondere problemen inzake aftrek

Geschenken van geringe waarde

Als de prijs / stuk < 500 BEF bij aankoop, aftrekbaar

Sociale voordelen en voordelen van alle aard toegekend aan personeelsleden, bestuurders en werkende vennoten

Bedrijfskantines, maaltijdcheques en tickets zijn onder bepaalde omstandigheden aftrekbaar.

Ter beschikking stellen van een auto: max. 50 % BTW aftrekbaar.

Terbeschikking stellen van woongelegenheid: geen BTW omdat dit buiten de werkingssfeer valt. Geen aftrek bij aankoop, uitzondering: aangekocht door een onderneming voor de behoefte van die onderneming (enkel als het strikt noodzakelijk is).

Collectieve voordelen: kosten voor clubhuizen, sportuitrustingen, medische diensten, enz. voor alle personeelsleden. BTW bij aanschaf is aftrekbaar.

Privatieve voordelen: BTW niet aftrekbaar.

Demonstratiekosten, handelsmonters, reclamevoorwerpen

BTW volledig aftrekbaar.

Feitelijke vereniging: de BTW op facturen gericht aan één van de deelgenoten is niet aftrekbaar. Omdat de factuur niet uitgereikt is op naam van een belastingplichtige aan wie de goederen / diensten geleverd zijn.

Uitoefening van het recht op aftrek

De aftrek is pas definitief als hij juist is en de oorspronkelijke bestemming niet geheel of gedeeltelijke is gewijzigd door een latere gebeurtenis.

Indien nodig moet de aftrek gecorrigeerd worden:

Belasting bij onttrekking en ingebruikname van goederen. Oorspronkelijke aftrek blijft ongemoeid, ontgedaan maken van aftrek door nieuwe belasting. Onbeperkt in tijd. Primeert op herziening.

Herziening van de belasting: correctie van de oorspronkelijke aftrek. Beperkt in de tijd.

Herziening van de aftrek

Een herziening kan voordelig en nadelig zijn.

Belangrijk verschil tussen belasting andere dan die geheven op bedrijfsmiddelen en de belasting geheven op bedrijfsmiddelen waarvan aftrek onderworpen is aan 5 of 15 jarige herziening.

WW.       Herziening van de aftrek van een andere BTW dan die geheven van bedrijfsmiddelen

Herziening in volgende gevallen:

Oorzaak van herziening

Opmerking, verwijzing

Tijdsip van herziening

Oorspronkelijke aftrek is groter of kleiner dan de aftrek die toepasbaar was.

Verkeerde berekening, verkeerde inschatting privé-gebruik, enz.

Oorspronkelijke aftrek te klein: rechtzetting in aangifte van tijdsvak waarin dit werd vastgesteld:

Binnen de 2 jaar: vak 61 – 62

Tussen 2 en 5 jaar: via brief.

Ontvangst van CN met BTW van leverancier.

Terugstorting in mate waarin de oorspronkelijke BTW in aftrek werd gebracht.

In aangifte van de periode waarin men de CN ontving.

Wijziging in gegevens die in aanmerking kwamen voor berekening oorspronkelijk BTW-bedrag.

Meer of minder BTW in aftrek opgenomen.

In de aangifte van de periode waarin de wijziging plaatsvond.

Verlies van hoedanigheid van belastingplichtige.

Stopzetting elke economische activiteit om een andere vrijgestelde activiteit aan te vatten.

Herziening in de laatste aangifte die de belastingplichtige indient.

Opmerking: als bij stopzetting de voorwaarden van art 12 §1 – 5 voldaan zijn, dan is er geen herziening maar een onttrekking.

XX.           Herziening van aftrek van BTW geheven van bedrijfsmiddelen

Bedrijfsmiddel = lichamelijk goed dat bestemd is voor duurzaam gebruik in de onderneming (geen zakelijke rechten en klein materieel <= 10000 BEF).

Gewone herziening van aftrek van BTW: herziening van oorspronkelijke aftrek bij

Aftrek meer of minder bedraagt dan die hij mocht verrichten op het tijdstip van aftrek.

Bij het verkrijgen van een CN.

De vijfjarige of vijftienjarige herziening eigen aan de bedrijfsmiddelen

Algemeen:

Herziening eigen aan bedrijfsmiddelen

Vijfjarige herziening

Vijftienjarige (of twintigjarige) herziening

Lichamelijk roerende goederen

Oprichtingskosten en verkrijgen van nieuwe gebouwen.

Zakelijk recht op nieuwe gebouwen.

Aanvang herzieningtijdvak: er zijn 2 mogelijkheden:

v     1 januari van het jaar waarin het recht op aftrek is ontstaan.

v     1 januari van het jaar waarin het bedrijfsmiddel in gebruik wordt genomen.

Gevallen van herziening en berekening ervan:

Oorzaken

Wijze van berekening

Tijdstip van de herziening

Geheel of gedeeltelijk privé-gebruik of in een andere verhouding

Tot beloop van 1/5 of 1/15 voor ieder jaar van de wijziging van de oorspronkelijke aftrek.

In éénmaal: bij geheel privé-gebruik of handeling die geen recht op aftrek geeft, voor het jaar van wijziging en nog lopende jaren.

In aangifte van maand april van het jaar volgend op het jaar van de wijziging.

In aangifte van het tijdvak waarin de wijziging zich heeft voorgedaan.

Wijziging in factoren

Tot beloop van 1/5 of 1/15 voor ieder jaar van de wijziging van de oorspronkelijke aftrek.

In aangifte van maand april van het jaar volgend op het jaar van de wijziging.

Bedrijfsmiddel is het voorwerp van levering.

In éénmaal: voor het jaar van wijziging (1/5 of 1/15) en nog lopende jaren

In aangifte van het tijdvak waarin de levering plaatsvond.

Bedrijfsmiddel dat ophoudt te bestaan in een onderneming.

Voor het bedrag aan BTW dat nog niet verlopen is.

In aangifte van het tijdvak waarin het bedrijfsmiddel ophoudt te bestaan.

Verlies van hoedanigheid belastingplichtige.

Voor het bedrag aan BTW dat nog niet verlopen is.

In laatste aangifte die belastingplichtige indient.

Tabel voor bedrijfsmiddelen: de ondernemer hoort een tabel bijhouden van zijn bedrijfsmiddelen. Deze tabel maakt het mogelijk om de aftrek en de herziening te controleren. Tabel moet 10 jaar bewaard worden vanaf het verstrijken van het hiervoor vermelde herzieningstijdvak.

Opmerking: kan de ondernemer bewijzen dat goederen van hem zijn vernietigd, gestolen of verdwenen dan moet hij geen BTW-verplichtingen voldoen en dus ook geen herziening.

Aftrek van voorbelasting door een gemengde belastingplichtige

Een gemengde belastingplichtige kan BTW aftrekken voor het gedeelte van zijn beroepswerkzaamheden die onderworpen zijn aan BTW.

Hij moet de BTW betaald voor privé en andere beroepsuitgaven afzonderen van de andere BTW.

De berekening van het verhoudingspercentage is volgens art 46 en 48. Er bestaan 2 verschillende mogelijkheden.

Regel van verhoudingsgetal: hij moet dit getal toepassen op het BTW bedrag waarvoor aftrek is toegestaan (zoals een volledige belastingplichtige).
Algemeen verhoudingsgetal = totaal bedrag (MvH) van omzet (per kalenderjaar) van de handelingen waarvoor aanspraak wordt gemaakt op BTW / totaalbedrag (MvH) van alle beroepsmatig uitgevoerde handelingen (per kalanderjaar).
Bedrag altijd afronden tot het hoger duizendtal. Verhoudingsgetal uitgedrukt in %.
Voorlopig verhoudingsgetal: basis van het vorige jaar, hiermee worden de aftrekbare BTW berekend.
Definitief verhoudingsgetal: op het einde van het boekjaar, de werkelijke cijfers (is voorlopig verhoudingsgetal voor het volgende jaar). Dit getal moet uiterlijk 20 april bekend zijn, is het pas bekend in maart-april dan mag men het oude verhoudingsgetal gebruiken voor de volgende 2 aangiften.
Het verschil in bedrag tussen voorlopig en definitief getal is de herziening van de aftrekbare BTW (vak 61 of 62), het kan minder zijn of meer. Maar men is pas verplicht is verschil aan te geven als het verschil >= 10 punten. Als voorlopig verhoudingsgetal geraamd is op basis van exploitatievooruitzichten moet men wel het verschil aangeven.
Bedrijfsmiddelen: hier telt een herziening van 5 of 10 jaar op de aftrek van de BTW geheven op het bedrijfsmiddel. De 1ste herziening is op het gehele bedrag en de volgende op 1/5 of 1/10 van dat bedrag.

Regel van werkelijk gebruik: nagaan of de ontvangen goederen en diensten bestemd zijn voor beroepswerkzaamheden die hem de hoedanigheid van belastingplichtige heeft gegeven, in welke mate, bereken aftrek.

Teruggaaf van belastingen

Oorzaken van teruggaaf

Er is enkel teruggave van belastingen in gevallen van art 76 en 77.

Voorwaarden:

Men moet het zelf aanvragen.

Een financiële instelling hebben die de teruggave ontvangt.

Geen hangend (fiscaal) geschil hebben.

Art 76

§1: als op het einde van het boekjaar is de aftrekbare BTW (art 45 tot 48) > verschuldigde BTW en men heeft als belastingplichtige hier een vaste inrichting of aansprakelijk vertegenwoordiger, dan kan men onder bepaalde voorwaarden het verschil terugvragen en ontvangt men dat binnen de 3 dagen. (de staat geeft het niet uit zichzelf terug)

§2: De niet in §1 bedoelde belastingplichtige kan belastingen terugvragen in de mate dat de aan hem geleverde goederen, verstrekte diensten, door hem ingevoerde goederen en verrichte intracommunautaire verwerving voldoet aan de volwaarden van art 45 tot 48.

NOTA: een belastingplichtige die zijn werkzaamheden stop zet kan nog BTW terugvorderen d.m.v. een brief aan zijn gewezen controlekantoor.

Belastingskrediet = het verschil tussen verschuldigde BTW en aftrekbare BTW waarbij het saldo nog aftrekbare BTW aangeeft.

Normaal wordt dat dan overgedragen naar de volgende maand of kwartaal maar bedraagt het bedrag meer dan 10000 BEF, dan kan men het terugvragen.

Opties waarin men BTW kan terugvorderen na laatste aangifte van een kalenderjaar (tijdens het jaar):

Kwartaalaangifte: bedrag > 25000 BEF

Maandaangifte: Bedrag > 60000 BEF (tegoed op einde van een kwartaal)

Maandaangifte: omzet bestaat uit meer dan 30 % vrijgestelde handelingen binnen 1 kalenderjaar, binnen de voorwaarden en beperkingen gesteld door Ministerie van Financiën en art 39, 41, 42; waarbij in het vorige jaar minimum 500000 BEF belastingsoverschot was (belastingplichtige moet een vergunning hebben).

Geen optie: overschot doorschuiven naar volgende aangifte.

Andere mogelijkheden van teruggave:

Toevallige belastingplichtige: aftrekbare BTW > verschuldigde BTW

Buitenlandse belastingplichtige zonder aansprakelijk vertegenwoordiger in België.

Art 77

Teruggave bij:

Alle gevallen waarbij de belastingplichtige te veel BTW heeft moeten betalen door fouten van de BTW-administratie (vb: verkeerd tarief, heffing op niet belastbare handelingen, enz.).
Teruggave kan ook bij vermindering MvH ingevolge van gebeurtenissen na de levering (vb: definitieve vaststelling van een voor herziening vaste prijs, enz).

Aan medecontractant toegestane prijsvermindering die verkregen is na verschuldigd zijn van BTW. Korting behoort namelijk niet tot de MvH. De reden waarom moet wel aanvaardbaar zijn (vb: handelsoverwegingen, niet-overeenstemming van de goederen, enz).

Bij het terugsturen van verpakking die niet in de MvH was inbegrepen.

Bij vroegtijdige verbreking van het contract zodat de dienst niet volledig wordt geleverd of het goed helemaal niet wordt geleverd. Enkel voor het bedrag dat al betaald is.

Een door gerechtelijke beslissing vernietiging of ontbinding van het contract, of door minnelijke schikking. De reden speelt geen enkele rol.

Als het goed binnen de 6 maanden na levering door de leverancier wordt teruggenomen. De leverancier betaald ook het volledige factuurbedrag terug aan de klant.

Schuldvordering van de prijs geheel of gedeeltelijk verloren is gegaan. Het verlies van de schuldvordering mot vaststaan (feitenkwestie).
Bij faillissement of gerechtelijk akkoord: verlies staat pas vast bij sluiting van de vereffening. Bezit de schuldeiser over een attest van vereffenaar met vermelding van bedrag verloren schuldvordering, dan is vanaf dat moment vaststaand.
Als de schuldenaar later toch de schuld kan betalen, moet de schuldeiser het bedrag aan BTW terug storten aan de staat. De teruggaafprocedure is voor schuldenaar en schuldeiser (belastingplichtige en medecontractant) een nuloperatie, men kan dus een factuur zonder BTW opstellen, dit geld enkel als de medecontractant de BTW definitief heeft kunnen aftrekken.

Art 77 §1 bis: regelt teruggave van BTW bij invoer.

Tijdstip waarop de vordering tot teruggaaf ontstaat

Vordering tot teruggaaf bij art 76 ontstaat op het tijdstip waarop de aangifte wordt ingediend waaruit het verschil blijkt. Indiening ten laatste de 20ste van de maand volgend op de maand of kwartaal waarop de aangifte slaat.

Vordering tot teruggaaf bij art 77 ontstaat op het tijdstip waarop de oorzaak van de teruggaaf zich voordoet. Maar bij een belastingplichtige die een periodieke aangifte indient, ontstaat de vordering pas bij het verstrijken van de termijn bepaald voor de indiening van de aangifte m.b.t. het tijdvak waarin de oorzaak van de teruggaaf zich voor heeft gedaan. Het ontstaan van de vordering en de uitoefening ervan vallen samen omdat de uitoefening van de vordering mag uitgevoerd worden in dezelfde periode als het ontstaan.

De uitoefening van de terugvordering moet binnen de 5 jaar gebeuren, te rekenen vanaf dag van het ontstaan.

Art 4 §1: stelt de belastingplichtige instaat terugvordering te eisen, voorwaarden:

Een verbeterde factuur opstellen (met volgnummer) met vermelding van het voor teruggaaf vatbaar bedrag.

Deze factuur inschrijven in teruggaafregister, aan de medecontractant een dubbel van deze factuur uitreiken met vermelding «BTW terug te vorderen aan de staat in de mate waarin ze oorspronkelijk in aftrek werd gebracht» (enkel gevallen bedoelt in art 79).

Inhouding geldend als bewarend beslag

Situatie vanaf 1-1-93, nieuw art 76 §1

Voor 1-1-93 had de BTW-administratie geen juridische basis om creditsaldo van BTW-rekening-courant ten bewarende titel of teneinde fiscale schuld aan te zuiveren. Zij moesten betalen binnen de 3 maanden een de terugvorderaar van de BTW.

De overgangsregeling voor intracommunautair handelsverkeer maakte het probleem nog moeilijker. Het nieuwe art 76 §1 bracht hier verandering in: er kwam een wettelijke bescherming voor de schatkistbelangen, een bewarend beslag onder derden (toegelaten door Europees hof van Justitie). Het bewarende beslag houdt in: de schuldeiser kan zijn schuld beschermen (samengaan van 2 grondvereisten: hoogdringendheid en het bestaan van een zekerheid van de opeisbare schuld).

NOTA: de BTW kan belastingskrediet inhouden als zij twijfelt over het bestaan van het belastingskrediet, vooral het geval bij een zaak waar controle bezig is.



Politica de confidentialitate | Termeni si conditii de utilizare



DISTRIBUIE DOCUMENTUL

Comentarii


Vizualizari: 6445
Importanta: rank

Comenteaza documentul:

Te rugam sa te autentifici sau sa iti faci cont pentru a putea comenta

Creaza cont nou

Termeni si conditii de utilizare | Contact
© SCRIGROUP 2024 . All rights reserved